dinsdag 4 februari 2014

Oegandezen levensmoe?

De vorige blog ben ik in de botanische tuin van Entebbe geeindigd. Het is tijd voor de volgende stap in de Africa Experience, op naar Jinja. Een reis van ongeveer 3-4 uur inclusief pauzes. En die pauzes heeft de chauffeur zeker wel nodig. Natuurlijk moet je in Nederland ook goed opletten met autorijden maar daar kom je zelden geiten op de snelweg tegen. In Oeganda dus wel, maar die geiten zijn niet het grootste probleem.

Boba-Boba standplaats
Boba-Boba standplaats

Laat ik beginnen met wat je hier zoal op de weg tegenkomt. Natuurlijk, waar kom je die niet tegen, de P.C.Hoofttrekkers, grote landroverachtige auto's bestuurd door machos die denken dat de weg van hun is. De tweede groep zijn de vrachtwagens. De route die we vandaag maar ook later naar Tororo volgen is de hoofdweg van de havens in Kenia naar Kampala en verder richting Congo. APK lijkt hier ogenschijnlijk niet van toepassing. We komen dus nogal wat oude barrels tegen. De weg loopt soms door heuvelachtig terrein en daar hebben de zware vrachtwagens best wel moeite mee. Gevolg is veel inhalen op de doorgaans eenbaans weg. De derde groep is de groep middenklas Oegandesen die het zich kunnen veroorloven om een auto te kopen en te rijden. De benzine heeft hier Nederlandse prijzen. Deze groep is het minst gevaarlijk. Ze hebben immers hard moeten werken om hun auto te kunnen kopen.

Druk, druk, druk
Druk, druk, druk

Griezelig wordt het met groep vier: taxibusjes. Dit zijn busjes, waar we in Nederland maximaal negen personen mee vervoeren, waarin veertien mensen tegelijk meegenomen worden. Waarvan dan minstens drie kinderen. Maar een passagier is geld dus twintig mensen in een busje is geen punt. Dat het dan niet prettig voor deze haringen in een ton is is duidelijk maar daar heb je als andere weggebruiker geen last van. Het is de manier van rijden van deze chauffeurs waar je last van hebt. Ook zij denken dat de weg van hun is. En daar hebben we al een groep machos rondracen. Dat is vragen om problemen. Op zich is het idee van de taxibusjes best wel aardig. Het is een soort openbaar vervoer waarmee je van plaats naar plaats gaat. Wil je halverwege eruit, geen punt even melden en bij een gehucht langst de weg wordt gestopt. Daar staan meestal weer andere klanten klaar die mee willen. Even toeteren dat je je medeweggebruiker van de weg wilt duwen, en verder met de race. Toet, toet, opzij ik kom voorbij! Ik rij zelf niet maar ben soms wel aan het meeremmen. Deze chauffeurs hebben echt een hekel aan het leven en willen blijkbaar zo snel mogelijk hier van de aarde weg. Niet voor niets is de doodsoorzaak in Oeganda niet hiv of kanker maar het verkeer.

Een zwerm van verkopers
Een zwerm van verkopers

De vijfde groep die gebruikmaakt van het asfalt, met veel kuilen, hobbels en spoorvorming, zijn de Boba-Boba motors (merk Bajaj, 100 cc.). Dit is ook een taxidienst, veelal binnen een stad of tussen één of twee plaatsen. Je gaat langst de weg staan en steekt je hand op als een Boba-Boba voorbijkomt. De Boba-Boba toeteren ook als ze je mee willen nemen. Je kunt ook naar een Boba-Boba-verzamelpunt toegaan. Op de rijksweg kom je deze motors meestal aan de kant tegen. In de stad vliegen ze links, rechts, onder en boven voorbij. Soms wel met twee en ik heb er zelf met drie passagiers gezien. Of met een hele vracht spullen.

In de zesde groep zet ik de fietsers en de voetgangers bij elkaar. De fietsers vervoeren spullen maar worden ook wel eens als een trage Boba-Boba ingezet. Fietsen aan de kant van de weg of in de berm. In die berm lopen ook de voetgangers. Bijna overal, ook als er geen dorp in de beurt is, kom je ze wel tegen. En die steken dus ook wel eens over, ook op momenten dat het verstandiger zou zijn het niet te doen.

Een groep echte idioten zijn de lijnbussen. Grote touringcars die het internationale personenvervoer over de weg verzorgen. Als ze in tijdnood zijn kun je beter aan de kant gaan als ze eraan komen. Ze rammen echt door. Het recht van de sterkste laten ze duidelijk gelden. Gelukkig komen we ze nauwelijks tegen.

De laatste groep zijn de dieren. Geiten, koeien en af en toe een baviaan. Het loopt, staat of zit naast of op de weg. En kijken ook al niet uit bij het oversteken.

En tussen deze verzameling weggebruikers proberen we heelhuids in Jinja te komen. Aangezien ik deze blog nu nog kan schrijven is dat dus gelukt.

O, ja als het donker wordt wordt je nog minder blij. Het gekkenhuis wat ze verkeer noemen wordt met minstens factor drie vermenigvuldigd. Geen licht (fietsers en Boba's) of veel te veel licht (vrachtwagens) wordt dan bijna de standaard.

Landschap onderweg: suikerriet
Landschap onderweg: suikerriet

 

 

Oerwoud
Oerwoud
Theeplantage
Theeplantage

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten