zondag 23 februari 2014

Hospice Tororo: andere zorg

Naast de palliatieve zorg heeft het hospice ook een psychosociaal programma. De zorg stopt dus niet bij een pilletje en een poedertje. Deze zorg wordt verzorgd door Denis en kent vele vormen. Bij het bezoek aan Sarah heb ik al verteld dat mede door bemiddeling van het hospice twee kinderen naar school kunnen. Vandaag gaan we met Denis mee het veld in en zien we wat het psychosociaal programma nog meer inhoudt.

Een regelmatig terugkerend onderdeel van de psychosociale zorg is een rouwbezoek. Het is vrijwel
onvermijdelijk dat als je mensen begeleidt bij vaak de laatste fase in hun leven dat er ook een moment is waarop de medische zorg stopt omdat de patiënt overlijdt. Na het overlijden van een patiënt wordt altijd de familie nog een keer bezocht. Het is daarbij een gebruik dat de bezoeker dan wat geld meeneemt. De familie van een overleden patiënt krijgt van het hospice 5000 UGX (+/- € 1,50) om een deel van de begrafenis kosten te kunnen dekken. De overleden wordt op het platteland meestal in een hoek van het eigen land begraven. Woon je in een stad of dorp dan wordt vaak een stuk land buiten het dorp/stad gekocht om daar de familie te kunnen begraven. Grootschalige begraafplaatsen ben ik, op de Commonwealth War Cemetery in Tororo na, niet tegengekomen.
Een van de weinige mannen
die ik met een kind op de arm ben tegengekomen.

Naast deze nazorg heeft Denis inmiddels een groot netwerk opgebouwd waardoor hij ook allerlei andere vragen van mensen kan beantwoorden. Zo komt een man uit de buurt van de overledene met een vraag hoe ze een buurtgenoot moeten aanpakken die veel te jonge meisjes misbruikt. Hij 'koopt' dit af met geld. Terecht fel adviseert Denis de mensen om hiermee naar de politie te gaan. Ook in Oeganda mag dit niet!



Na het bezoek aan de rouwende familie gaan we naar een mevrouw aan de rand van een andere dorpje.
Deze mevrouw heeft een vreselijke wond (zal jullie de foto besparen) op haar hoofd en is ook opgenomen in het palliatieve programma van het hospice. Denis gaat langst om te kijken of andere hulp noodzakelijk is. Haar man heeft de benen genomen, een aantal kleine kinderen bij haar achterlatend. Haar bezit is een heel klein hutje zonder land. Van een buurvrouw mag ze een stukje land lenen om wat te kunnen verbouwen. Dit toch wel trieste verhaal heeft ook een keerzijde. Mevrouw is ontzettend eigenwijs en ongeduldig. Ze is voor haar wond al een paar keer naar het ziekenhuis geweest. Maar dan moest ze volgens haar te lang wachten en is ze weer weggegaan. Apart, deze twee weken enorm veel Oegandesen zien zitten niets doen, maar zet ze in een rij en ze worden ongeduldig. Denis probeert via de telefoon te regelen dat nog een verpleegkundige langst komt met medicijnen, of dit uiteindelijk ook gelukt is is mij niet helemaal duidelijk.
Denis

Het laatste bezoek van
vandaag brengt ons op een hele verrassend plaats. Een oprijlaan met een hek met er achter een groot huis in aanbouw. We worden begroet door de eigenaar van het huis, een grijze goed Engelssprekende man. Hij heeft bij de overheid gewerkt en heeft duidelijk de geiten (schapen zie je hier niet veel) op het drogen. We komen hier niet voor hem maar voor zijn schoonzus. Ze komt met twee kleine jongens uit een onooglijk klein hokje wat naast het grote huis staat. Of dit de keuken is of haar huisje is niet helemaal duidelijk. Ik hoop het eerste, vrees het laatste. De overheidsmeneer is immers niet verantwoordelijk voor de huisvesting van zijn schoonzus, het contrast is wel groot. De vrouw is nog redelijk jong, maar heeft wel een medisch probleem wat het slikken van pijnstillers zeker zou rechtvaardigen. Dat doet ze echter niet! Want daar wordt ze zo duf en slap van dat ze niet meer goed voor haar man kan zorgen. Ze is dan 's avonds veel te moe om aan alle huwelijkse verplichtingen te voldoen.

Ondanks de verschillende bezoeken van Denis is ze niet te overtuigen. Ook manlief, die blijkbaar ook wel te veel van een borrel houdt, weet haar niet te overtuigen. Zwager ziet het niet echt als zijn taak op haar in te praten of hulp te bieden. Eigenlijk een niet al te zinnig bezoek, overleg met de verpleegkundigen is nodig om te kijken of ze pijnstillers kan krijgen waarvan ze niet zo duf wordt. Als dat niet kan dan houdt ook de hulp die het hospice kan bieden een keer op. De hulp werkt natuurlijk alleen als de patiënt (of haar familie) mee wil werken. Anderzijds is deze mevrouw ook weer het bewijs dat Oegandese vrouwen zeker niet zwak zijn, een sterke eigen wil en verantwoordingsbesef hebben. Misschien alleen soms een beetje te veel.
Wordt hij straks  "een kind van de rekening?"


Geen opmerkingen:

Een reactie posten