Opuntia humifusa, beter bekend als de duivelstong, Oosterse stekelige peer of Indiase vijg, afkomstig uit delen van Oost-Noord-Amerika. Veel voorkomend op het eiland maar dus niet inheems. |
In onze ANWB reisgids komen we een verhaaltje tegen over een bijzonder stukje natuur vlak naast het vliegveld. We bellen om een plaatsje in een begeleide wandeling te reserveren en geven mevrouw van onze navigatie opdracht waar we heen willen. Zonder gemopper of gezeur wijst ze ons weer netjes de weg naar het beginpunt van de toer, een luxueus eco-resort waar je kunt overnachten voor 225 eurootjes per persoon. Dat is dan wel ecologisch verantwoord, all inclusive, ronddobberen in één van de 10 zwembaden. Kost wat maar dan heb je ook wat.
De toer begint met een multimedia ‘spektakel’ waarbij we in een donkere tunnel de aarde tijdens een vulkaanuitbarsting voelen schudden en meedeinen op de golven op weg naar een betere toekomst. In een klein museum wordt de ontstaansgeschiedenis van de San Blas kloof uitgelegd en hoe deze kloof in de loop der jaren door de mens gebruikt is om te overleven. Na dit informatieve programma gaan we met de vriendelijke Engelssprekende gids naar buiten, de kloof in.
Vanuit de kloof zicht op El Teide |
Ruim 150-duizend jaar geleden was er op het eiland weer eens een vulkaanuitbarsting. De El Teide braakte het binnenste van de aarde naar buiten. Grote lavastromen stroomde de zee in waarbij het magma op de zeebodem stolde. Door klimaatveranderingen zakte de zeespiegel en kwam het gebied waar we doorheen wandelen boven water. Het terugtrekkende water, de zon maar zeker ook de altijd aanwezige wind creëerde het landschap wat we vandaag tijdens de wandeling zien.
|
|
Toen de Spanjaarden eenmaal het eiland verder gingen koloniseren moest er natuurlijk ook gegeten worden. De zee zit vol met vis maar er is ook behoefte aan groenten en fruit. De vulkanische bodem is vruchtbaar genoeg maar om er iets op te laten groeien is wel zoet water nodig. Nu regent het in deze San Blas kloof gemiddeld vier dagen per jaar, gelukkig hebben we niet een van deze vier regendagen te pakken, dus moest men iets bedenken. Een dam was de oplossing en via allerlei in steen uitgehakte goten kwam het water bij de groenten terecht. Vroeger waren dat veelal tomaten maar tegenwoordig staat het eiland vol met bananenbomen. Die overigens heerlijke, korte maar dikke bananen opleveren.
Tijdens de wandeling duikt opeens een boze Spaanse vrouw uit het niets op die iets met tomaten aan het doen is. Even verderop komen we een boze man tegen die vindt dat hij te hard moet werken om de goten uit stenen te hakken. Het was hier vroeger blijkbaar niet al te gezellig.
|
|
Aan het einde van de kloof zien we een oorspronkelijke eilandbewoner een offer (in de vorm van water) brengen om de goden gunstig te stemmen. Deze toneelstukjes zijn grappig maar niet echt noodzakelijk om de wandeling, die één uur duurt, interessanter te maken.
Via een uitgehouwen trap lopen we naar de bovenrand van de kloof. Van daaruit gaan we terug richting het resort. De gids wijst ons op de noodzaak om het gebied te behouden. Goed omgaan met het milieu en zo, het bekende verhaal. Wat wel een beetje tegenstrijdig is met de vliegtuigen die met veel kabaal rakelings over vliegen om op het nabij gelegen vliegveld te landen, een nieuwe lading toeristen af leverend die ook weer aan een toer mee kunnen doen. Het zal altijd wel een spanningsveld blijven tussen natuurbehoud en het ophalen van gelden voor dit behoud. Een toerist is hier belangrijk voor, die brengt immers de nodige Euro’s met zich mee. We hebben dus met onze vakantie op het eiland en het meedoen aan deze toer dus een beetje bijgedragen aan het behoud van de natuur op dit mooie eiland.
Met een tevreden gevoel strekken we ons ‘s middags weer languit uit op een stretcher bij het zwembad. De hoop op de komst van Greenpeace hebben we maar laten varen.
Los Abrigos, dorpje naast de kloof |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten