Tijdens de 'slum walk' door Bsiawe was ik al tot de conclusie gekomen dat ik in die wijk zeker niet zou willen wonen. In Kampala zelf dan? Nou, misschien maar zeker niet van harte. Al is het weer meestal heerlijk, woon-werk verkeer is dan wel een dingetje. Maar er zijn delen van Kampala waar ik absoluut niet zou willen wonen. Ik ben ook bang dat met mijn westerse gestel het niet al te lang in die wijken zal uithouden.
Een van die stukken Kampala waarvoor bovenstaande geldt ligt op slechts 10 minuten lopen van ons 'vakantiewoning' vandaan. Ook weer in goed overleg met onze gastvrouw en heer besluiten we om met een minimale bepakking (flesje water en een kleine fotocamera) een wandeling door Kasanvu Slum te maken. Net als alle slums van Kampala ligt deze slum in het laagst gelegen deel van de stad.
|
op de achtergrond het moeras |
Tegen het natte moeras, langst een niet meer gebruikte spoorbaan, is in de loop der jaren een woongemeenschap ontstaan van mensen die het niet kunnen (of willen) betalen om elders in de stad op een betere plek te wonen. Via de fatsoenlijk verharde Bukasa Road lopen we over een nieuw aangelegde weg de wijk in. Recht vooruit zien we een groene oase (het moeras). Over een rustig stromende rivier ligt een stevige brug, zonder reling dat dan wel weer. We lopen er naar toe waarbij de lucht wat bedenkelijk wordt. Als we op de brug staan zien we gitzwart water voorbij stromen. De lucht is ontzettend smerig, een rioolzuiveringsinstallatie in Nederland ruikt hierbij vergeleken naar een wc-verfrisser. En pal naast dit open riool spelen kinderen en grazen koeien. Ongemerkt ril ik terwijl het + 30 graden is.
We draaien om, lopen een stukje terug over de verharde weg en slaan links af. Over een paar meter breed hobbelig pad staan we naar een paar stappen midden in de slum. We kijken vol verbazing en iets wat verward rond. Kunnen hier mensen wonen? Kun je hier je kind laten opgroeien? Ja, blijkbaar kan dat want we zien volop leven. Mensen doen de was voor de deur en proberen ook nog wat groente of fruit te verkopen.
Er is een kerk, er staat een houten hok van 2 * 2 meter te huur, het hotel is even dicht en kinderen hebben plezier bij de (veilige) waterbron.
We lopen verder, kijken rond en maken hier en daar onopvallend een foto. Mensen kijken ons wat verbaasd aan. Veel witte mensen zien ze hier niet. De sfeer is ontspannen, we voelen ons wat ongemakkelijk maar niet echt onveilig. Iets verder op, waar de ruimte tussen de huisjes wat groter is, worden we (denken we) wel eens nageroepen. We houden ons maar Oost-Indisch doof.
|
|
niet helemaal onopvallend deze foto gemaakt |
|
|
|
|
een grotere 'winkel' |
|
|
Na een half uurtje wandelen en rondkijken staan we weer op een geasfalteerde doorgaande weg. Dit was wel even een heftige ervaring. Moeilijk te vatten in beelden of woorden. En voor een Europeaan als ik onbegrijpelijk dat hier een regering niets aan doet. De prioriteit ligt duidelijk niet hier bij deze mensen. En de mensen lijken zich er ook niet druk om te maken, men is waarschijnlijk te druk met overleven. Dan heb je geen tijd en energie over om in opstand te komen.
Kunnen we hier iets aan doen? Ik heb er een hard hoofd in. Het systeem in Oeganda, maar ook in veel andere ontwikkelingslanden, klopt gewoon niet/ Zolang een regering drukker is met het vullen van de eigen zakken is het dweilen met de kraan op. Met gemengde gevoelens loop ik terug naar ons verblijf, veilig achter een hoge muur. Neefje stuitert vrolijk rond, ik pak een biertje. Mijn wereld draait door, die van hun, 10 minuten lopen verder op ook. Daar kunnen zij maar ook ik niet echt veel aan veranderen.
Beste blog-lezers, met deze blog wil ik deze serie afsluiten. Bedankt weer voor jullie belangstelling en positieve reacties. Het was me een genoegen om dit met jullie te mogen delen. Tot een volgende keer.
...................................hoor ik daar een We want more!! We want more!!....................................................................