woensdag 9 april 2014

Boos

Het is alweer vrijdag van de tweede week van mijn Uganda Experience. Het zit er bijna op. Het is een ervaring die ik niet snel zal vergeten. Tijdens de reis maar zeker ook thuis vechten de verschillende emoties om voorgang.

Bewondering voor het werk van het team.
Verwondering over de gelatenheid waarmee sommigen zich in hun lot lijken te schikken.
Verlangen naar mijn liefste thuis; twee weken zonder haar is best wel lang.
Blijheid over zoveel mooie vrouwen.

Aan het einde van deze vakantie dacht ik alle mogelijke emoties wel gehad te hebben. Maar nee, er steekt er nog één de kop op. En dan uitgerekend een emotie die je eigenlijk niet op je vakantie wilt meemaken: boosheid. Gelukkig begint deze laatste dag, morgen wordt een reisdag, er niet mee. De zon schijnt weer volop, de temperatuur is lekker en Alex neemt ons mee om de andere kant van Oeganda te laten.

Met de pet Social Worker op komt Alex met enige regelmaat in de buitenwijken van Jinja: de Slams cq de sloppenwijken. Niet een plek waar de doorsnee toerist komt maar het is jullie na ruim 20 blogs waarschijnlijk wel opgevallen dat deze vakantie alles behalve doorsnee is. Sloppenwijk klinkt misschien eng en onveilig maar onder begeleiding van Alex is dat het zeker. In tegendeel eigenlijk.

Net buiten Jinja ligt de sloppenwijk Masese. Het is moeilijk voor te
stellen maar een deel van de mensen die hier wonen, wonen hier geheel vrijwillig. Zo ook een familielid van Alex. Ze had het relatief goed op het platteland. Dak boven haar hoofd en eten. Toch heeft ze bewust gekozen om dit 'zekere' bestaan achter zich te laten en haar heil in de grotere stad te zoeken. In de stad is een huis veel te duur dus kwam ze in de sloppenwijk terecht. Ook daar moet wel voor iets wat op een huisje lijkt betaald worden maar haar hoop was gevestigd op betere tijden. Inmiddels vier jaar verder woont ze nog steeds in het piepkleine huisje en is enig vooruitzicht op een verbetering nog net zover weg. En ze is geen uitzondering. Alex kent mensen die zonder geld en werk in de wijk kwamen wonen. Maar inmiddels wel werk in de stad hebben maar toch bewust in de wijk blijven wonen. Voor velen is de sloppenwijk hun wijk en zullen ze er niet snel weggaan.


Toch blijft het schrijnend om te zien dat kleine kinderen op blote voetjes en met kapotte kleding hun dagen hier spelend doorbrengen. Al is het dan zomervakantie, veel van deze kinderen zullen waarschijnlijk nooit een school van binnen zien. Ja, openbaar onderwijs is gratis voor iedereen. MAAR, het verplichte schooluniform en de leermiddelen (schriften, pennen en zo) zijn niet gratis. Dus om naar gratis onderwijs te kunnen zul je wel geld moeten hebben. Dit is echter niet wat mij tijdens
de wandeling boos maakt. Nee, het is het gedrag van de geestelijken die het nodig vinden om midden in de wijk een groot log stenen gebouw neer te zetten: een kerk. Al lag de bouw nu stil, toch is goed te zien dat het een behoorlijk groot gebouw gaat worden. Een huis voor God, gefinancierd door de mensen die hun kinderen niet naar school kunnen laten gaan omdat ze daarvoor niet genoeg geld hebben. Het beetje geld wat overblijft wordt weggegeven aan de geestelijken om de kerk te kunnen bouwen. Natuurlijk doen ze dat vrijwillig. Maar dat in de 21ste eeuw de geestelijken dit geld nog willen durven aannemen! Dit gebeurde bij ons in de Middeleeuwen toen kerken vol pracht en praal werden gebouwd terwijl net buiten de kerkmuur het volk crepeerden.


Ik heb er niet veel verstand van maar geloven doe je toch met je hart? Daar heb je toch geen groot gebouw voor nodig. Zeker in het klimaat van Oeganda niet. Een plein, een tafel als altaar; meer lijkt mij niet nodig om een mis te kunnen opdragen. Dan blijven er heel veel stenen over om fatsoenlijke huisjes en sanitaire voorzieningen voor de mensen te bouwen. Helaas komen we geen geestelijke tegen om hier eens over van gedachten te wisselen. Misschien had ik het dan begrepen. Al betwijfel ik dat ten zeerste.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten