Het is zaterdagnacht 0:15. Na een reis van ruim 11 uur zijn we dan eindelijk aangekomen in Fort Portal, de residentie van koning Rukidi IV. Ik denk dat bovenstaande mededeling wel even uitleg verdient. Waarom 11 uur in een auto zitten om helemaal naar de westgrens van Oeganda te reizen? En waar komt die koning opeens vandaan ?
Om met het eerste te beginnen: ik ben inmiddels halverwege mijn Oeganda Experience en het is tijd voor wat luchtigs. De eerste week was schitterend maar ook best wel heftig. Vandaar dat we de rust opzoeken in een leuk, Nederlands, hotel. Natuurlijk hadden we die rust ook veel dichter bij Jinja kunnen zoeken. Alleen wil het toeval nu dat Alex dit weekend en de maandag voor zijn werk in Fort Portal zijn. Zo kunnen we het nuttige met het aangename verenigen.
|
Op de heuvel het paleis van de koning |
Dan het tweede: officieel is Oeganda een republiek met een democratisch gekozen president. Dat is de theorie, in de praktijk blijkt de democratie iets minder democratisch, maar dat terzijde. Binnen de republiek heeft het land een sterke traditie als het om stammen en volkeren gaat. En een van die tradities is dat het land nog steeds onderverdeeld is in een aantal koninkrijken. Hoeveel? Laat ik het houden op tussen de 4 en 14. Internet maar ook de Oegandesen zelf zijn daar niet helemaal zeker van. De definitie van koninkrijk is hierin niet eenduidig. Zeker is wel in Fort Portal het paleis staat van Rudike IV, koning van het Kingdom Toro.
Hoog boven de stad kijkt de beste man vanuit zijn troon over zijn onderdanen neer. De koning is niet uitsluitend een 'goed bewaarde traditie'. Alle koningen hebben naast de diverse ceremoniële taken ook wel enige invloed op het reilen en zeilen van hun koninkrijk. En even bij hem naar binnen wandelen gaat echt niet lukken. Een boos kijkende militair stuurt ons zonder pardon weer terug. Bij wie we wel op visite kunnen zijn de dode koningen en zijn familie.
|
de grafhuizen van de koningen |
Een behoorlijk eind buiten de stad vinden we de grafhuizen van de laatste drie koningen. Op het terrein eromheen ligt de gewone familie begraven. Bij aankomst worden we boos aangekeken door een grote koe. Het lijkt erop dat hij ons de hele tijd in de gaten houdt. Na wat zoeken vinden we de 'Gatekeeper' die ons twee van de drie (oudste grafhuis wordt gerestaureerd) grafhuizen wil laten zien. Binnen krijgen we allerlei spullen te zien die van de dode koningen zijn geweest. Een mok voor de melk, een mok voor het bier, de troon, de speer, het neushoornvelschild, de mantel van een luipaardvel en natuurlijk ook nog een mantel van een leeuwenhuid. Alles wordt met een grote glimlach getoond. En ik wordt uitgenodigd om foto's te maken.
|
Een dode koning? |
Vooral de uitnodiging om foto's te maken is een hele handige actie van de beste man. We krijgen een gastenboek onder onze neus geduwd. Subtiel zit daar ook een blaadje in dat bezoekers 5000 UGX moeten betalen en, tada, je voor het maken van foto's nog eens 20000 UGX betaald. Het zijn natuurlijk geen wereldbedragen. We betalen het graag maar een glimlach over de handige manier waarop de gatekeeper inkomsten verwerft kunnen we niet onderdrukken.
Nadat we ook huis 2 hebben bekeken bedanken we de man voor de uitleg. Buitengekomen blijft de koe ons indringend aankijken. Waar we ook lopen, de blik blijft op ons gericht. Is ook logisch: deze koe is de reïncarnatie van de laatste koning en houdt ons daarom nauwlettend in de gaten. Juist ja, een dode koning in een koeienvel. Van een leeuwenhuid bij leven naar een koeienvel als je dood ben. Heeft hij in het hiernamaals een verkeerde afslag genomen?
|
Efficiënt vervoer |
|
|
Oegandese marskramer |
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten