zaterdag 24 december 2011

Je verwacht het niet



Na vorig jaar bij ‘Het Zusje’ te hebben gegeten, werden we dit jaar door Arie uitgenodigd om het TSD kerstdiner te nuttigen bij Chinees Kantonees restaurant Taiwan in de Luttekestraat in Zwolle. Best verrassend: kerst bij de chinees. Maar dat het niet een standaard hapje eten bij de chinees werd wordt wel duidelijk uit het menu wat ons voorgezet werd.  

Na een welkomsdrankje met een knabbeltje werd de eerste gang opgediend. Op kleine schaaltjes werd een serie koude gerechten geserveerd:
·         Gemarineerde jelly fish
·         Koolrabi zoetzuur
·         Rundvlees plakjes
·         Zijde taufu met duizendjarig ei
·         Gedroogde garnalen
·         Speklapjes gedroogd in soja
·         Peultjes
·         Varkensbil

Daarna worden achter elkaar verschillende warme gerechten opgediend:
1.      Krabbenboutjes
2.      Kai Cai groente
3.      Gestoomde hele tarbot
4.      Bedelaarskip
5.      Szechuan vissoep
6.      Ossenhaas met broccoli
7.      Lamskoteletjes in chinese 5 kruiden opgebakken
8.      Peking eend traditioneel

Bij ieder gerecht wist meneer Frank (dat was toevallig de naam van de man die ons de gerechten bracht) wel iets te vertellen. Over de ingrediënten of over het ontstaan van een gerecht. Bij iedere gang werd een andere wijn geserveerd dus jullie moeten het me niet kwalijk nemen dat ik niet alles meer weet wat hij verteld heeft. Maar ieder gerecht had een fijne, pittige, verrassend of juist neutrale smaak. Alles prima in balans en in ‘on-chinese’ bescheiden hoeveelheden.

Helemaal aan het einde werd het diner afgesloten, voor degene die toch nog honger/trek hadden, met   Kantonese nasi en bami.

Was vorig jaar het motto “We gaan voor een ster”, voor komend jaar heeft Arie het motto “Je verwacht het niet” voor TSD bedacht. En dan vooral dat de klant niet datgene krijgt wat hij verwacht, maar meer! En daar sluit dit kerstdiner mooi bij aan. Alles wat we vandaag gegeten hebben past prima in het motto. Eten bij de Chinees. Je hebt er bepaalde verwachting van maar we hebben zeker meer gekregen dan we verwacht hadden.

Tijdens het diner was er ook ruimte voor de verkiezing van de beste “TSD cap op reis”-foto. Sinds ons bezoek aan Portugal heeft iedereen foto’s in kunnen zenden met hierop de TSD-cap op bijzondere plaatsen. Onderstaand de foto die uiteindelijk met een overweldigende meerderheid van stemmen gekozen is. De foto is door mijzelf in Oostenrijk genomen. Maar ik moet hier ook Yoeri bij noemen die minstens 10 keer de pet weer op de kop van de koe gezet heeft. De koe was een bijzonder nukkig model.



zaterdag 26 november 2011

Blauw bloed - deel 2


In mijn vorige blog heb ik verteld wat ik allemaal doe om inzicht te krijgen in mijn voorouders. Daarin gaf ik aan dat er mogelijk, zij het sterk verdund, blauw bloed door onze aderen stroomt. Nu werd ik meteen subtiel door mijn zussen er op gewezen dat blauw bloed verschillende oorzaken ka hebben: zuurstofgebrek, drank, kou of een ziekelijk witte huid door gebrek aan buitenlucht. Allemaal waar alleen heb ik het in dit verhaal over ander blauw bloed, adellijk blauw bloed. Ja, wij zijn waarschijnlijk (*) van adellijke afkomst. Kijk dat is een interessante stelling. En die komt niet zomaar uit de lucht vallen. Laat ik die eens voor jullie enigszins onderbouwen.

Daarvoor is een korte basis cursus genealogie wel noodzakelijk. Anders ben ik jullie over drie generaties mogelijk al kwijt. In mijn zoektocht naar onze voorvaderen neem ik mijn oudste zoon Yoeri even als begin persoon. Hij wordt de proband genoemd. Hij heeft een vader (dat ben ik) en een moeder. Wij zijn de tweede generatie. Wij hebben ook weer ouders, de derde generatie. In iedere generatie wordt het aantal ouders dus verdubbeld. De vierde generatie bestaat dus uit 8 personen, de vijfde uit 16 en de zesde generatie uit 32 voorouders. In de genealogie gaan we niet uit van ‘kunstmatige inseminatie’, er is altijd een vader en een moeder. Al kan een van de twee onbekend zijn. Als we nu al deze voorouders presenteren op papier, het internet of wat voor manier dan ook dan noemen we dit een kwartierstaat. Een andere manier van publiceren is het gebruik van een parenteel. Hierbij kijk je niet terug in het verleden maar neem je een persoon en daaraan ‘hang’ je alle afstammelingen. De parenteel van mijn vader heeft daarbij 7 kinderen, 16 kleinkinderen en 1 (nog wel) achterkleinkind.

Ik gebruik altijd een kwartierstaat om mijn bevindingen te publiceren, dus laten we daar nu maar mee verder gaan. In eerste instantie heb ik mijn speurtocht gericht op de Rommens en van Gils-lijn (moeder’s kant). Ik heb daarom alle generaties nog lang niet compleet in beeld, ik ben pas drie jaar bezig. De stamboom bestaat op dit moment uit 1380 personen. Wat dat betreft ben ik een groentje in stamboomland, zowel qua leeftijd als qua ervaring. En als ik eenmaal mijn website met de kwartierstaat klaar heb dan meld ik dat wel, dan kunnen jullie al de families op een rijtje zien. Ben nu druk om de site te herbouwen.

In de Rommens-lijn ben ik inmiddels in begin 1600 aangekomen, de twaalfde generatie (ik hou Yoeri nog steeds als eerste generatie aan). In de van Gils-lijn heb ik twee generaties meer en dan zitten we eind 1500. In deze generatie heb ik ook familie van mijn schoonmoeder zitten. Maar in deze lijn is nog geen adellijk bloed bekend. Zo ver ik heb kunnen achterhalen zijn het allemaal hardwerkende mensen die (de ene generatie iets meer als de andere) het behoorlijk zwaar hadden. Er is veel babysterfte en ook stierven er veel kinderen al op jonge leeftijd. Voor de adel moeten we terug naar de achtste generatie (1736). Daar trouwt Marijnis Rommens met Elisabeth Verhulst. Als we de lijn van Elisabeth nu rechtsaf (in mijn software staat de vader altijd links) volgen en na een paar generaties nogmaals rechtsaf slaan komen we in 1260 aan. Dan wordt Raso II van Gaveren geboren. Op zich niets bijzonders alleen wordt hij eind 1290 Heer van Liedekerke en Breda. Tádá!! Als dat geen adel is. Dit is de tweeëntwintigste generatie. Het blauwe bloed. Ik heb ook al zijn voorouders in beeld. Dit gaat terug tot Heinrich II van Schoten Breda, geboren in 1132 in Breda, de zesentwintigste generatie.

Maar omdat bij Raso II waarschijnlijk de eerste verdunning van het bloed heeft plaatsgevonden met zijn huwelijk met Aleida van Boulaer ga ik maar even uit van deze generatie. Deze generatie bestaat dus (even rekenen) uit 2.097.152 voorouders. Nu wordt het lastiger, ik ben nooit een held in rekenen geweest, maar volgens mij is Yoeri 0,00004 % van deze groep. 5 liter bloed, waarvan dus 0.00004% blauw. Dat dan 0.0002 centiliter. Is niet veel maar toch. En het leuke is dat ik als tweede generatie twee keer zoveel heb.  Vanavond toch maar uitkijken met scheren, voor je weet ben ik precies dat beetje blauw bloed kwijt. En voor de mensen die nu bang zijn dat ik het hoog in mijn bol krijg, geen paniek. Jullie mogen mij met Hooggeboren Heer aanspreken maar Frank mag ook gewoon.

(*) De gegevens over de afkomst vanaf Elisabeth Verhulst heb ik gekregen van de heer Ger Klein uit Arkel. Hij heeft veel werk gestoken in het in kaart brengen van het gehele archief van Etten. Uit deze archieven zou de link met Raso naar voren komen. Al heeft hij wel een voorbehoud gemaakt bij de achttiende, negentiende en twintigste generatie.

zaterdag 12 november 2011

Stroomt er blauw bloed door mijn aderen?


Dit keer geen blog over hoge bergen en diepe dalen. Ook niet over verbouwingen of leuke tripjes voor mijn werk. Dit keer wil ik wat vertellen over een andere grote hobby van mij: genealogie of wel stamboomonderzoek.

In 2008, tijdens de 80ste verjaardag van mijn moeder, kreeg ik van een oom de vraag of ik gegevens van mijn broer en zussen wilde verzamelen. Het ging daarbij om geboorte datums, trouwdatums, geboorte datums van hun kinderen enzovoort. Deze oom (zwager van mijn vader) was bezig met een stamboom en daar maakt onze familie ook deel vanuit. Ik heb deze taak enthousiast op me genomen, niet beseffend dat dit een langlopend project ging worden. Op school was geschiedenis altijd al een favoriet vak (heb op de MAVO ooit nog een 10 voor op mijn rapport gehad) en het verzamelen van de gegevens was leuk om te doen. En ik raakte hierdoor verder geïnteresseerd in wie dan mijn voorouders waren. Wat navraag in de familie leverde al snel meer gegevens op van de Rommens en de van Gils voorouders.

Trouwakte van de opa van mijn vader
En daarna wordt internet een geweldige bron van informatie. Overheidsarchieven zijn veelal via internet in te zien. Vooral in de streek waar de Rommens en van Gils gewoond hebben (Breda en directe omgeving) zijn de archieven geweldig gedigitaliseerd. Daarnaast zijn er veel genealogen die hun stambomen op het internet publiceren zodat je ook hier veel gegevens uit kunt verzamelen. Je vindt dan niet altijd direct de juiste personen maar via-via kom je toch achter veel gegevens. In het begin gaat het ontzettend hard en heb je zo 3, 4 voorouders op een avond gevonden. Maar hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe moeilijker het wordt om een nieuwe voorouder te vinden. Maar des te groter is (althans zo ervaar ik het) de voldoening als je er dan toch weer 1 gevonden hebt.

Ook ik heb mijn stamboom op internet gepubliceerd. En het leuke is dat volstrekt onbekende mensen daar op reageren om meer informatie te vragen over een bepaald deel van de voorouders. En die mensen weten dan vaak ook weer andere stukjes in mijn stamboom aan te vullen. Daarnaast zoek ik via diverse forums contact met andere genealogen en daar kun je allerlei vragen aan stellen. Alles wat ik tot nu toe verzameld heb, heb ik allemaal vanachter mijn beeldscherm bij elkaar verzameld. Ik ben een keer in het archief in Gouda geweest (dit archief is via internet slecht in te zien) om meer gegevens over de voorouders van mijn vrouw te verzamelen. Maar ook daar zit je dan achter een groot beeldscherm naar microfiches te kijken. Echt bladeren door oude boeken heb ik nog niet gedaan.

Voor het bijhouden van al deze gegevens is de computer onmisbaar. Er zijn een aantal software programma’s te vinden die speciaal hiervoor gemaakt zijn. Ik gebruik het gratis Family Tree Builder programma. Het is een gebruiksvriendelijk programma wat naast een aantal beperkingen ook de mogelijkheid biedt om direct je stamboom op internet te plaatsen. Al de stambomen van gebruikers van deze software worden met elkaar vergeleken. Zodra personen in andere stambomen matchen met mijn gegevens krijg ik hier bericht over. Ook daarmee vul ik mijn gegevens aan. Al moet je hier natuurlijk altijd wel een controle op uitvoeren. Maar net die naam van een moeder of een trouwdatum biedt weer houvast met het verder zoeken in archieven.

Bij het doorzoeken van overheidsarchieven zijn wel, behalve de beschikbaarheid op internet van de archieven, wat beperkingen. Volgens de wet mogen geboorte aktes pas naar 100 jaar vrij gegeven worden. De geboorteakte van mijn vader kan ik hierdoor dus nog niet inzien. Voor trouwaktes geldt 75 jaar en voor overlijdensaktes 50 jaar. Overheidsarchieven gaan tot ongeveer 1811 terug. Toen is vanuit de overheid begonnen met het registreren van de gegevens. Voor die tijd zijn het vooral kerkelijke archieven die de gegevens bevatten. Daarbij loop je meteen tegen het feit aan dat in die archieven bijvoorbeeld niet de geboorte datum maar de doopdatum geregistreerd wordt. Bij katholieken was de doop vaak op de geboortedag maar in de Nederlands Hervormde kerk gebeurde dat vaak maar 1 keer per week. Daar moet je dus bij het bekijken van de gegevens wel rekening mee houden. Daarnaast is het een ongeschreven wet dat je nooit gegevens van nog levende personen onbeveiligd op het internet zet. Niet iedereen houdt zich daar aan maar mijn stamboom voldoet wel aan dit criteria.

Hoe zit het nu met dat blauwe bloed. Ik heb inmiddels geleerd dat stamboomonderzoek een lange termijn hobby is. Je bent nooit klaar. Daarom kom ik in een volgende blog terug op de vraag of er blauw bloed door mijn aderen stroomt.

zondag 30 oktober 2011

Mannendag




110 miljoen jaar geleden waren de verschillende aardplaten volop in beweging. De Afrikaaanse tektonische aardplaat zet zich in beweging naar het Noorden en komt daar de Europeese plaat tegen. Dat wordt een botsing van jewelste. Deze beweging was niet in een jaarje gepiept. Het hoogtepunt van deze beweging was 50 miljoen jaar geleden. Door de botsing van deze twee platen zijn gigantische bergen ontstaan: de Alpen. Ook vandaag de dag blijven de bergen door de beweging van de verschillende aardplaten groeien. De huidige vormen van de bergen zijn  door erosie pas 2,5 miljoen jaar oud.

Klein tussen grote bergen
En vandaag lopen door deze, door gigantische natuurkrachten ontstane bergen, twee hele pieterig kleine wezens. 1000 keer kleiner dan de omgeving. En toch proberen ze enigszins deze grote bergen te bedwingen. Hetgeen van hun standpunt uit wel lukt, maar of de bergen er zelf van onder de indruk zijn is maar zeer de vraag.

Vandaag is het mannendag. Alhoewel Olaf alle natuurlijke kenmerken van een man heeft, is het vandaag de dag dat Yoeri en Frank samen op pad gaan. Samen hebben ze een route bedacht waarbij serieuze hoogtes moeten worden overwonnen. En daar zijn wel mannenbenen voor nodig. O ja, niets seksistisch ten opzichte van Annemiek. Zij geeft er geheel vrijwillig de voorkeur aan om bij Olaf te blijven.

De tocht begint om 9 uur bij het hotel op 1300 meter hoogte. Het eerste stuk is een warming-up. 20 minuten richting het einde van het dal, om daarna rechtsaf te slaan de beboste bergheling op. Daar begint vrij snel het serieuze 'klimwerk'. Let wel, we hoeven niet aan touwen gezekerd  te worden, het pad is goed begaanbaar. Alleen heel erg omhoog. Al gauw plakt het shirt aan je lijf en moet je regelmatig het zweet van je voorhoofd wissen. Moeilijk is het volgen van het juiste pad niet. Er zijn niet veel zijpadden en we volgen de uitgezette route nummer 50, de Thomas Pens Höhenweg. Het pad blijft maar omhoog gaan en de bebossing begint steeds dunner te worden. We moeten een paar bergstromen oversteken. Deze geven meteen vers water voor onderweg. Uiteindelijk komen we, naar ruim anderhalf uur klimmen, op een wat vlakkere weg. We hebben het hoogste punt van de tocht op 2110 meter bereikt. Een momentje van euforie is ons wel gegund, we hebben het toch maar voor elkaar gekregen. Natuurlijk stelt het verder niet veel voor want we weten ook dat bergarbeiders met een maaier grote delen van het pad wat wij belopen hebben nog niet al te lang geleden voor ons gemaaid hebben. Maar voor jongens uit de Holandse platte polder toch even een momentje om trots op te zijn.
Stuwmeer en de gletsjer

We volgen het pad verder. Links van ons zien we de Karlspitze van ruim 2800 meter hoogte. Rechts het dal waar we af en toe ver kunnen kijken. Feichten en ook de andere dorpen in het dal kunnen we vaak tussen de bomen en rotsen door zien. Ook als we naar het einde van het dal kijken zien we even het stuwmeer en de daar achter gelegen geltsjer. Het geeft mooie foto-momenten. Het lopen gaat nu stukken eenvoudig als zo de berg op. Al blijven er een aantal lastige stukken in zitten waarbij we eerst naar beneden gaan, een bergstroom moeten oversteken en dan weer omhoog gaan. Naar ruim 2 uur min of meer vlak pad komen we de eerste tegenliggers tegen, een Belgisch gezin die de route in tegengestelde richting lopen.

Hekketje plaatsen
We komen op een kruising van padden terecht waarbij we slechts één keuze hebben, pad 23 naar beneden. Het pad om de bergkam verder te volgen is afgesloten in verband met werkzaamheden. Verder op de berg zijn ze lawinehekken aan het plaatsen. We hebben dit vanuit het hotel al gezien, een helikopter vloog af en aan met de hekken. We lopen ongeveer te hoogte van het hotel de berg af. Dit is eenvoudig gezegd dan gedaan. Dik anderhalf uur duurt het toch nog voordat we net boven het hotel uit het bos komen. Van klimmen krijg je het ontzettend warm maar van dallen krijg je pas echt zere benen. Een paar dagen later is het nog in de kuiten te voelen.

Na ruim 5 uur wandelen hebben we 'slechts' 5 kilometer gelopen. Waarbij we wel ruim 700 meter hoogte verschil hebben bedwongen. We voelen dit toch , als Hollandse Kaaskoppen, als een kleine overwinning op deze grote bergen. Tevreden leggen we de benen op een stoel en genieten van een biertje. En de bergen? Ach, die hebben hun werk als toeristische attractie voor vandaag  weer gedaan.

vrijdag 21 oktober 2011

Het hoogste punt van deze vakantie






Het bestemming van vandaag ligt hemelsbreed misschien maar 20 kilometer van het hotel. Probleem is alleen dat er een paar bergen van meer dan 2000 meter hoog tussen het hotel en het einddoel liggen. Dat wordt dus omrijden. Het doel van vandaag is namelijk de gletsjer aan het einde van het Pitztal, het dal dat paralel ten westen van het Kaunertal ligt.

Na weer een voedzaam ontbijt moeten we 60 kilometer omrijden om bij de gletsjer te komen. Hier ligt in het plaatsje Mittelberg een gletsjerbaan die ons van 1740 meter naar 2840 meter zal brengen. Deze keer is het geen cabinbaan maar een soort metro die schuin omhoog door de berg naar boven gaat. De tunnel is 3350 meter lang en de reis duurt ongeveer 10 minuten. Komende uit de 'metro' komen we op een soort maanlandschap terecht. We staan onderaan de gletsjer maar deze heeft zich ruim 100 meters teruggetrokken. Wat overblijft is een stenen kale vlakte met hier en daar een rotsblok. Wat het geheel nog troostelozer maakt zijn de bouwactiviteiten die op de vlakte plaatsvinden. Het is kortom geen al te fraai uitzicht. Waarschijnlijk is het hier in de winter goed vertoeven want vanaf de vlakte lopen verschillende stoeltjes- en sleepliften verschillende kanten de gletsjer op. De enige baan die nog in bedrijf is, is de cabinebaan die ons naar  de Hinterer Brunnenkogel op 3440 meter brengt. Boven wacht ons een tweede teleurstelling, er wordt ook daar volop gebouwd. Gevolg is dat we alleen uit de cabin kunnen en op het platform, waar je in- en uit stapt, kunnen rondkijken. Verder kunnen we niet. We moeten daar een half uur blijven en daarna, met dezelfde cabins, weer mee naar beneden.

Het uitzicht hierboven is, als je langst de bouwkraan kijkt, wel schitterend. We worden omringd door allemaal hoge kale bergen waarbij de hoogste (die we kunnen zien) 3774 meter hoog is. Een half uur lang hebben we weer ontelbare foto's kunnen nemen. Dat wordt thuis weer een hele puzzel om de mooiste er uit te zoeken. Eenmaal beneden kunnen de meegebrachte vesten makkelijk uit en moet ook de zonnebrandcreme gebruikt worden. De zon schijnt volop terwijl, voor de mooiste foto's, ook een aantal stapelwolken in de lucht hangen. We nemen wat te drinken en verbazen ons hoe al het bouwmateriaal, er staat een bouwkraan die bij ons gebruikt worden voor gebouwen van 4-5 verdiepingen, hier boven is gekomen. Ook halverwege de gletsjer kruipen graafmachines en bulldozers rond. We nemen ook nog een kijkje bij de kapel van het witte licht, een moderne kapel naast de gletsjer. Hierna nemen we de metro terug naar beneden.
 
Bijna naast de gletsjerbaan staat een cabinnenlift naar een bergmeer. Ook deze baan nemen we om boven te komen. Boven bij het bergstation (2300 meter) hebben we prachtig uitzicht op een groot bergmeer, de Rifflsee (2230 meter). Om dit meer is een wandelpad aangelegd wat goed toegankelijk is voor zowel families als senioren. Makkelijk begaanbaar dus. We ronden het meer in ongeveer een uurtje en hebben, geholpen door het water en de wolkenluchten, nog een paar mooie fotomomenten. De jongens vermaken zicht prima met het 'zeilen' van stenen over het water. Het is een leuke relaxte wandeling.

Na een in kilometers langere, maar in tijd kortere,  terugreis genieten we met een biertje na bij het hotel. Het weer was perfect en de locaties bijzonder. Voor morgen hebben we een 'Mannen'-dag gepland.

zaterdag 15 oktober 2011

Eerst langzaam maar daarna in volle vaart naar beneden




Ter voorbereiding van deze vakantie hebben we op internet allerlei uitstapjes bekeken. Vandaag gaan we naar Imst waar een Alpine Roller Coaster is. En hier verheugd Olaf zich, naast het zwemmen bij het huisje in Duitsland, het meeste op. Maar voordat we met deze 'roddelbaan op rails' naar beneden storten gaan we eerst nog even een stukje wandelen. Wat op de kaart eenvoudig leek, bleek in de praktijk iets anders uit te vallen.

Eerst naar Hoch Imst (ongeveer 45 minuten rijden van ons hotel). Hier nemen we de stoeltjeslift naar boven. Beneden (1000 meter hoog) schijnt de zon volop en is het al lekker warm. Ook halverwege op 1500 meter is het nog heerlijk zonnig. We zien door bewolking de eindbestemming van de stoeltjeslift op 2050 meter niet. Verrassend is het dan ook dat het weer helemaal boven mooi zonnig is. We kijken bovenop een dunne wolkenlaag die het dal vult. Het weer werkt ook vandaag voor de mooie foto's weer bijzonder goed mee.

We weten dat Olaf meer een daler dan een klimmer is dus hebben we de route van vandaag zo gepland dat het alleen bergafwaarts gaat. Van 2050 meter via de Muttekopfhütte (1934 meter), langst de Latschenhütte op 1632 meter naar het begin van de roddelbaan (1491 meter). Het eerste deel van de afdaling gaat via de Drischlsteig. En dat is geen eenvoudig pad door groene Alpenweiden.




Nee, het is een afdaling waarbij we geholpen worden door trappetjes en stalen kabels waaraan we ons vast kunnen houden. En dat is best wel nodig. Padjes van nog geen meter breed waarbij de berg steil omhoog gaat en het dal steil beneden ligt. Niet echt een relaxte afdaling, het is af en toe best wel een beetje eng maar het uitzicht op de bergen maakt alles goed. Naar dik een uur , waarbij we bijna de hele tijd de Muttekopfhütte in het zicht houden, dallen kunnen we, genietend van een glas drinken bij de 'hütte', dik tevreden zijn over de geleverde
prestatie. Dat was wel even een andere afdaling dan dat we voorzien hadden, maar we hadden het niet willen missen. O ja, bij de 'hütte' zien we een bord staan bij het pad waar we net vandaan komen. Op dit bord staat dat het pad alleen voor geoefende bergwandelaren te "bewandelen" is. Nou, vanaf vandaag zijn wij dus ook geoefende bergwandelaars.

Muttekopfhütte
Het tweede deel van de afdaling gaat, zeker als je het vergelijkt met de Drischlsteig, stukken eenvoudiger. Eerst nog kronkelend de berg af maar al snel wordt het een breed begaanbaar pad naar de Latschenhütte. Vandaaruit gaat het door een stuk bos en over een Alpenweide naar het begin van de roddelbaan. En dat is een lokale top attraktie wat veel publiek trekt. We moeten ruim een uur wachten voordat we aan de beurt zijn. Gelukkig hebben ze een volgnummer systeem waardoor je rustig een beetje rond kon lopen en pas in de rij gaat staan als je nummer aan de beurt is.

Annemiek is, met de tassen, met de stoelltjeslift naar beneden. Eindelijk kunnen we plaatsnemen in het roddelbakje. Door middel van een hendel kun je bepalen hoe hard je over de 3500 meter lange baan naar beneden gaat. Helaas hebben wij de pech dat twee sleetjes voor ons iemand met de rem vol aangetrokken naar beneden slakt. Om er niet boven op te knallen moeten we een paar keer stoppen om weer voldoende ruimte tussen de sleetjes te creeëren. Verder is het spectaculair om zonder te remmen de berg af te racen. Vrijdag gaan we nog een keer!

Naar deze adrenaline sensatie zijn we wel toe aan een ijsje. Hierna begeven we ons terug naar het hotel. We hebben samen  een paar grenzen verlegd. Ook vandaag gaat weer de boeken in als zeer geslaagd. 

vrijdag 7 oktober 2011

Dit keer geen vakantie-blog

Murphy op visite. En we hadden hem niet eens echt uitgenodigd.

Zo'n begin vraagt om wat meer uitleg. Zo als ik al een paar blogs geleden heb uitgelegd zijn we met een metamorfose van onze huiskamer, keuken en bijkeuken bezig. Omdat ik mijn beperkingen ken, huren we voor verschillende werkzaamheden mensen/bedrijven in. Zo ook voor de verwarming. In de woonkamer moest een nieuwe vloer gelegd worden en daarom moesten de twee verwarmingselementen die op steunen op de grond staan tijdelijk worden verwijderd. Vanwege het isoleren van de muur in de bijkeuken moest ook daar een radiator tijdelijk het veld ruimen.

Omdat we tot nu toe geen verkeerde ervaring hadden met het installatie bedrijf wat ook de verwarming 4 jaar geleden had aangelegd, hebben we met dit bedrijf contact gezocht. De afspraak voor het verwijderen is eenvoudig gemaakt. Op het afgesproken moment komt een stevige jongeman om de drie radiatoren te verwijderen. Op verzoek brengt hij eenvoudig de radiatoren naar de eerste verdieping. Nu is het demonteren van een radiator tegenwoordig niet al te moeilijk. Bij de ingang kun je gewoon de toevoerkraan dichtdraaien. Bij de uitgang zit ook een (verstopt) kraantje die ook dicht kan. Hierdoor kun je de radiator zonder heel het systeem leeg te laten lopen verwijderen. Zo ook bij de drie radiatoren. Maar wie komt daar binnen: Murphy. De monteur heeft amper het pand verlaten of in de bijkeuken lekt de uitgangskraan. Annemiek meteen bellen en even daarna staat een andere monteur op de stop. "O, dat is interessant, normaal doe ik alleen maar onderhoud. Ook wel eens leuk om iets anders te doen" Leuk voor de onderhoudsmonteur maar opschieten doet het niet. Veel bellen met kantoor, foto doorsturen, stopkraan ophalen. Maar uiteindelijk is de lekkage verholpen.

 Na een veertien dagen is de nieuwe vloer gelegd en er wordt een nieuwe afspraak gemaakt om de twee radiatoren in de woonkamer weer op te hangen. Monteur nummer drie komt binnen en is hoogst verbaasd dat de elementen niet beneden staan. "Wat een PIEP, is die collega van mij. U denkt toch niet dat ik die zware krengen naar beneden ga lopen sjouwen. Ik ga bellen!" En weg is hij. Na een kwartiertje is een collega opgetrommeld en kan het monteren beginnen. Echt voorzichtig gaat dit niet. Een restant water uit de radiator loopt de nieuwe vloer op. " Ach mevrouwtje het is maar een beetje water" Ja, alleen wel water wat al vier jaar in een systeem rondjes draait. Gelukkig is Annemiek er snel bij en is er verder geen schade. Annemieke moet wel even uitleggen hoe de steunen op de grond moeten worden gemonteerd en hoe daarna de radiatoren eraan gehangen moeten worden. Maar goed, uiteindelijk hangen ze. En alles doet het. Snel de deur dicht, Murphy buiten laten.

Maar we zijn er nog niet, de radiator in de bijkeuken moet nog terug. Met enigszins een zwaar gevoel wordt een afspraak gemaakt met no steeds het zelfde bedrijf. Op het afgesproken moment staat een ingehuurd mannetje voor de deur. Niet van het bedrijf maar wel namens het bedrijf.  Echt klantvriendelijk is de man niet maar goed. Hij gaat voortvarend te werk. Zo voortvarend  dat er geen tijd is om te testen of de radiator wel warm wordt. Een bonnetje maken, nee geen tijd. Tata Murphy. Annemieke test de verwarming. Alles wordt warm behalve, juist de net opgehangen radiator. Weer bellen. Man weer terug. Mopper mopper, ouwe klerezooi. Sorry, het is pas vier jaar oud hoor. Maar zijn conclusie is dat de uitgangskraan, die de vorige keer bleef lekken, nu niet open wil. Waarschijnlijk hebben ze bij de poging om het lekken bij de demontage van de radiator te strak dichtgedraaid waardoor deze nu niet meer open wil. Natuurlijk heeft de man geen reserve kraan. Dat duurt weer een week voordat hij terugkomt. Ondanks dat we het van te voren hebben aangegeven heeft hij tijdens het tweede bezoek ook geen muurbeugeltjes bij zich. Die moeten weer ergens vandaan gehaald worden.  Gelukkig heeft hij nu wel tijd om te testen. En zo waar: alles doet het, niets lekt.

Zo kan het dus gebeuren dat iets wat redelijk eenvoudig lijkt, toch behoorlijk ingewikkeld gemaakt kan worden. Dus als jullie ooit in de beurt van Zwolle een verwarmingsinstallatie bedrijf zoeken, meldt het even, dan kunnen we jullie de naam van het bedrijf doorgeven waar je vooral niet moet zijn. Positief aan dit verhaal is wel dat, na een mail waarin ik mijn teleurstelling heb geuit, het bedrijf het laatste bezoek niet heeft gefactureerd.

zaterdag 24 september 2011

Ondanks de regen toch een leuke dag


Het programma voor vandaag wordt in de ochtend vooral bepaald door het weer. Als de regen met bakken naar beneden komt trek je niet snel de wandelschoenen aan om een berg te gaan beklimmen. En aangezien vanmorgen de regen met bakken uit de hemel kwam hebben we de wandelschoenen maar even uit gelaten. Gelukkig hebben we ook een “slecht-weer” optie.

Na een voedzaam ontbijt nemen we de auto naar Fliess, Net buiten dit dorp ligt, boven op een berg (1510 meter), het Naturparkhaus Kaunergrat. In dit museum is te zien wat allemaal in de natuur in dit stukje Oostenrijk gebeurd. Leuk opgezet, maar niet al te groot. We hebben het dan ook redelijk snel weer gezien. Toen we weer buiten stonden was het echter wel droog. Met laaghangende bewolking en plukken wolken tegen de bergen geeft dat wel een uitzicht. Zonnig weer is mooi voor vergezichten maar dit weer heeft toch zeker ook zijn schoonheid. Zeker als je zelf daarbij niet nat wordt.


Na het museuambezoek gaan we op de sentimentele toer. Annemiek is in haar jeugd twee keer op vakantie geweest in Landeck. Zij logeerde toen in 'Gasthof Stubenbock' in Landeck. Omdat Landeck dicht bij is gaan we daar even een kijkje nemen. Het Gasthof bestaat nog steeds en met de navigatie (we hadden het adres al eerder op internet opgezocht) kunnen we het makkelijk vinden. Annemiek heeft wel een paar 'O ja'-momenten maar de omgeving van het huis is in ruim 30 jaar toch wel veranderd. Het is vandaag een christelijke feestdag, geen idee welke, waardoor alle winkels gesloten zijn. Vanuit Landeck, waar dus niets veel te beleven is, rijden we terug naar het hotel.

Omdat het weer veel beter is geworden dan vanmorgen kunnen we nu wel de wandelschoenen aan doen.  Op de gekochte wandelkaart hebben we een korte route gevonden. Eerst gaan we door het dal naar Feichten. Dit dorp kunnen we vanuit het hotel al zien liggen dus dat is nog geen probleem. Vanuit dit dorp gaan we direct behoorlijk steil omhoog. Dat doet wel een beetje pijn aan de kuiten, maar naar mate we meer lopen krijgen we het ritme wel te pakken. De zon wisselt stuivertje met regen maar de temperatuur is helemaal niet verkeerd. Tussen de bomen door hebben we prachtige doorkijkjes in het dal. We zien zelfs de stuwdam met daar achter de gletsjer. De weg blijft omhoog gaan, Olaf is niet echt blij met deze situatie maar veel keuze heeft hij niet. Van 1200 meter komen we op 1440 meter hoogte in het gehucht (het is echt niet meer dan twee gebouwen) Ögg. Hier staat een 9 meter hoog kruisbeeld die het dal moet beschermen. Het pad wat nog breed genoeg was voor een auto wordt nu een smal pad waar je elkaar amper kunt passeren. Nu hoeft dat ook niet want veel mensen komen we hier niet tegen. De pad blijft, tegen alle verwachtingen en de hoop van Olaf in, omhoog gaan.

Naar weer een kwartier de kuiten te hebben getraind komen we op een splitsing waar we alleen maar naar bendenen kunnen. Het pad naar een verder op gelegen waterval is afgezet. Geen idee waarom maar we houden ons maar aaan het opgegeven verbod. Het pad naar beneden loopt door een bos en geeft af en toe een goede doorkijk naar de waterval.  We dallen snel en komen  in de bewoonde wereld terug. Vanuit dit punt kijken we neer op het hotel. We lopen door Grasse en zijn naar anderhalf uur terug in het hotel. Een koud biertje staat al op ons te wachten.



Ondanks de natte start is het vandaag toch weer een mooie dag geweest waarbij we veel hebben gezien. We sluiten de dag af met een 'Tiroler Bauernbuffet' en leggen in de avond nog een kaartje. Morgen weer een dag waarvoor de weersverwachting prima zijn.

zondag 18 september 2011

Kaunertal Gletscherstrasse



In 26 kilometer van ruim 1200 meter hoogte naar 2750 meter, 29 haarspeldbochten en tot slot met een kabelbaan naar 3120 meter hoogte. We gaan met de auto naar het einde van het Kaunertal. Op ongeveer 500 meter van het hotel vandaan begint de Kaunertal Gletscherstrasse. Om naar boven te mogen moet je tol betalen. Omdat de weg onderdeel is van het Gletscherpark Kaunertal kopen we een pas waarmee we gratis in alle kabelbanen in de omgeving kunnen. De investering van € 51,= per persoon wordt de komende week makkelijk terug verdiend.

Stuwdam
Gepatschstausee
Het eerste deel van de rit  gaat nog redelijk vlak. Het dal is ongeveer een kilometer breed met aan beide kanten bergen van 2000 meter of meer. Alles is door de overvloedige regen mooi groen. Opeens zien we door het groen van de bomen een grote stenen wal, dwars door het dal. Het is de dam van de “Gepatschstausee”, een groot stuwmeer dat de hele breedte van het dal vult. Via een smalle weg (passeren via inhammen) op de linker oever gaan we verder. Na het stuwmeer begint de weg al behoorlijk te stijgen. Het is even zoeken naar de juiste versnelling. In ons platte Nederland is de hoogste berg die ik ooit in een auto opgereden ben de Brienenoordbrug bij Rotterdam. Gelukkig is het nog niet druk op de weg dus af en toe een misser in het schakelen valt alleen ons in de auto op.

De eerste haarspeldbocht wordt genomen, er volgen er nog 28. Het landschap veranderd naar iedere bocht. Vanuit het dal komen we in een bebost gedeelte. Weer een paar bochten verder verdwijnen de bomen en is het uitzicht spectaculair. We zijn de gletsjer aan het einde van het dal omringd door ruig gebergte. Hier en daar staan of liggen koeien rustig in de zon. Het weer is ons op deze tocht heel erg goed gezind. De dag begint volop met zon, later komen er wolkenvelden. We klimmen door en komen uiteindelijk op het eindpunt van de straat terecht.

Op dit eindpunt is een groot restaurant en we gaan met de Karlesjochbahn (een cabinebaan) verder. In 6 minuten stijgen we 500 meter naar 3120 meter hoogte. Van het uitzicht wat we daar hebben worden we allemaal even stil. Boven op deze bergkam loopt de grens tussen Oostenrijk en Italië. We kunnen dus met een been in Oostenrijk staan terwijl het andere been in Italië staat. In de verte zien we ook een aantal bergen van Zwitserland. We hebben hier dus een Drielanden-blik. Je kunt hier foto's blijven nemen!
In de gletsjer

Terug bij het restaurant nemen we een kopje koffie en zitten in de zon van het uitzicht te genieten. Vanaf de parkeerplaats kunnen we ook naar een leuke 'attractie': een wandeling door de gletsjer. Via een pad over de gletsjer kunnen we door een uitgehakte gang door de gletsjer lopen. Leuk om te doen, alleen de druppels smeltwater in je nek zijn wel erg koud.  

Op de terugweg stoppen we op verschillende punten om te kijken naar de bergen. En om natuurlijk foto's te maken. Veel foto's! Vol van alles wat we gezien hebben komen we terug in het hotel en genieten (het is nog zonnig, pas tijdens het avondeten begint het te regenen) in de tuin van een biertje. Dit was, al beginnen we pas,  zeker een van de hoogtepunten van deze vakantie. Gelukkig hebben we de foto's nog. O ja, voor de sportievelingen onder de lezers: we zijn verschillende wielrenners op weg naar boven tegen gekomen.

zondag 11 september 2011

Kers op de taart


Met veel plezier ga ik iedere dag (nou ja, er zijn ook wel eens wat mindere dagen hoor) van Zwolle-Zuid naar Berkum. Ik heb immers een afspraak met mijn werkgever TSD om in ruil voor salaris te komen werken. Klanten helpen met onze mooie software, nadenken hoe we alles beter kunnen maken en beschrijven hoe de klanten met de software moeten werken. Met enige regelmaat wordt ik door klanten uitgenodigd om gezellig bij hun langst te komen en hun meer te vertellen hoe ze nog beter met de software kunnen werken. Het een iets leuker dan het ander maar genoeg afwisseling om deze baan leuk te vinden.

Heel af en toe doen zich gelegenheden voor waarbij mijn baan nog leuker wordt. De kers op de taart, het zout in de pap, het toefje slagroom op het dessert. Klanten bezoek is leuk maar als de klant dan in het buitenland zit wordt het nog leuker. Een stand op een beurs bemannen en hierdoor veel klanten ontmoeten is leuk. Is de beurs in het buitenland dan wordt het nog leuker. En afgelopen week deed de gelegenheid zich voor om in de TSD stand op een beurs in Engeland te staan. Ik noem dit een dikke kers!

Euro-tunnel
Leuk maar ook wel enigszins vermoeiend. De Four Oaks Trade Exhibition in Lower Withington (25 kilometer onder Manchester) wordt van dinsdag tot en met woensdag gehouden. Normaal heeft TSD daar een stand die bemand wordt door onze twee verkopers. Maar omdat een van de verkopers net vader is geworden kreeg ik de gelegenheid om mee te gaan. We hebben daar een bescheiden (ongeveer 15 m2) stand maar er moet wel wat ingezet worden. Een wand, tafel en banner. En deze spullen moeten wel in Engeland komen en opgezet. Daarom vertrekken we op maandag met een volgeladen auto richting de beurs. Om kwart over vier (’s morgens) komt mijn collega Gert me ophalen en gaan we richting Calais. Na 4 uur rijden komen we bij de Euro-Tunnel en nemen we de autotrein naar de overkant. De trein brengt ons in 25 minuten naar de andere kant van het kanaal naar Folkestone.


Opbouw van de beurs
Omdat we ruim op tijd, en ook nog een uur in de tijd inlopen, hebben we voldoende tijd om eerst nog een klant in de tuin van Engeland, Kent te bezoeken. We praten even bij met de klant, doen nog wat onderhoud in WinTree® voor hem en rijden dan verder op weg naar de beurs. We nemen de rondweg onder London door en gaan schuin naar boven richting Birmingham. Mooie brede weggen waarbij vooral de inhalende vrachtwagens en wegwerkzaamheden de boel behoorlijk ophouden. Vanuit Birmingham richting Manchester. Net voor Manchester gaan we het platte land op. Smallere weggen. Ze zeggen dat in deze streek mooie, grote huizen staan. We zien er de komende dagen echter niets van. De Engelsen zijn dol op heggen. En dan het liefst 2 meter hoog zodat je van al dit moois niets ziet.  Bij het beurs terrein aangekomen is het een drukte van belang van allemaal standhouders die de stand komen opbouwen. Wij kunnen toch redelijk vlot het terrein op en in een half uur hebben we de stand opgezet.  Vlak bij de beurs zit ook nog een van de grotere Engelse klanten die we met een onverwachts bezoek verblijden, ja de klant was echt blij verrast ons te zien. Na 2 uur praten over allerlei zaken gaan we naar ons hotel. Het is half 8 Engelse tijd, we hebben onze uren wel gemaakt. Even eten en dan lekker naar bed.

De TSD stand
De Four Oaks Trade Exhibition wordt gehouden op het terrein van een kwekerij met Cash & Carry, dit bedrijf gebruikt ook onze software. In en om kassen zijn de stands opgebouwd en komt publiek uit het hele land naar deze belangrijke boomkwekerijbeurs. Naast mensen uit het vak komen er ook heel veel liefhebbers. Hierdoor is het voor ons als software bedrijf misschien niet direct een goede verkoopbeurs maar het is voor ons wel een beurs waar we bijna ons hele Engelse klantenbestand in twee dagen tijd kunnen spreken. Even bijpraten, ideeën wisselen of gewoon je gezicht even laten zien. Daarnaast staan op de beurs ook een aantal Nederlandse klanten van ons en wordt de beurs ook door Nederlandse exporteurs bezocht. Kortom, voldoende mogelijkheid om bij heel veel mensen TSD en WinTree® onder de aandacht te brengen. Naast bekende bedrijven komen we ook wel in gesprek met onbekende bedrijven.

Op de eerste beursdag werden we aangesproken door iemand van een Cash & Carry die op zoek is naar software. Omdat het bedrijf op slechts 10 kilometer van de beurs gevestigd is, maken we een afspraak om aan het einde van de dag op het bedrijf verder te praten. We gaan daar een offerte uitbrengen. Ook kwam een mevrouw naar ons toe die nu met Excel werkt. Ze was gestuurd door een Engelse klant van ons bij haar uit het dorp. Ook dit is een interessant gesprek wat in november (einde van haar handelsseizoen) zeker een vervolg krijgt. De tweede beursdag levert niet direct twee mogelijke nieuwe klanten op, maar geeft voldoende klantcontacten op om hier en daar tocht verder te praten. Wat dat betreft is het een succesvolle beurs geweest.

Aan het einde van de tweede dag breken we om half 5 de beursstand af en zitten om kwart voor vijf in de auto om van de parkeerplaats te vertrekken. Hier is wat filevorming maar we kunnen toch redelijk vlot onze terugreis beginnen. Om niet gestrest een boot terug te moeten halen hebben we een hotel bij Folkestone geregeld (laten doen door een van mijn collega’s). We kunnen dan op donderdagochtend de trein terug naar het vaste land nemen en doorrijden naar huis. Van Manchester terug naar Folkestone is toch ook nog een reis van 5 uur, waarbij we onderweg wel een hapje hebben gegeten. Om 10 uur ’s avonds komen we in het hotel aan en om 6 uur zitten we al weer aan het ontbijt om de trein van kwart over zeven te nemen.  Win je op de heenreis een uur, dit uur verlies je op de terugreis.  Om half twee (Nederlandse tijd) rijden we het woonerf bij mij thuis op.

Het waren vier intensieve maar zeker ook leuke dagen. Eindconclusie van deze ‘Kers’ is dat het zakelijk nuttig was, wie weet worden de twee leads nog wel orders. Daarnaast hebben we heel veel Engelse mensen gezien. Generaliserend stellen we dat Engelse vrouwen lelijk zijn en de mannen haar hebben op plaatsen waar het niet hoort te zitten. En bejaarden (ook die hebben we heel veel langst de stand zien schuifelen) kunnen zich echt niet kleden. Jammer maar het is niet anders. Al deze mensen maken de beurs wel de beurs zoals die is: gemoedelijk, gezellig en relaxed.
Echt Engels weer

Begin oktober staat er een nieuwe kers op het programma, de Groot Groen-beurs in Zundert. Ook altijd leuk om in het Brabantse land te komen.

zondag 4 september 2011

Waar zijn we terecht gekomen?

Hotel Tia Monte (achterkant)
Via Pharos Reizen, van de ANWB, hebben we voor een week een kamer geboekt in het familiehotel Tia Monte. Behalve de kamer hebben we ook het arrangement “More Inclusive” geboekt. Dit houdt in dat we behalve een bed en douche hebben ook voorzien worden van eten en drinken. ‘s Ochtends  een ontbijtbuffet en tussen de middag (als we aanwezig zijn) een soep buffet. Om vier uur kunnen we koekhappen en om 6 uur wordt  een drie-gangen keuze menu geserveerd (hierover later meer). Gedurende de hele dag (van 9 uur tot 21 uur) kun je naar behoefte koffie, thee, fris, bier en huiswijn pakken.

Uitzicht vanuit de kamer
Het hotel is een typisch Oostenrijks hotel. Vier verdiepingen hoog, houten balken met bloembakken vol Geraniums. Ook de inrichting is wat iedereen wel van een hotel in de Alpen verwacht. Zelfs de dames achter de receptie, waarbij het Yoeri wel opgevallen was dat de jongste dame er wel erg leuk uit zag, hebben zich bij aankomst, traditioneel gekleed. Onze kamer is op de eerst verdieping aan de voorkant. Helaas kijken we hierdoor niet naar het einde van het dal waar de hoogste bergen met de gletsjer zijn. Een lekker hard tweepersoons bed voor ons en voor Olaf en Yoeri een goed stevig stapelbed. Een klein balkonnetje en een douche met wc. Prima, we kunnen slapen en voor de rest zullen we er niet veel zijn.

Koekhappen
Achter het hotel, met uitzicht op de gletsjer, ligt een grasweide waar banken staan. Het weer is op zaterdag nog heerlijk dus iedereen (het hotel lijkt vol met vooral Duitsers en Nederlanders) zit te genieten van het uitzicht. Terwijl de vele kinderen zich kunnen vermaken op een schommel en wip.

Om 18 uur gaat een onhoorbare gong want iedereen begeeft zich naar de eetzaal. Hier krijgt iedereen een eigen tafel toegewezen waar je de rest van je verblijf het ontbijt en het avondeten gebruikt. We krijgen nummer 25 toegewezen. Als eerste kunnen we zelf soep pakken (heerlijke cremé soep) en kunnen we een bakje met salade samenstellen vanuit een salade buffet. Alles lekker vers. Omdat het onze eerste dag is heeft de kok een welkoms-menu voor ons samengesteld bestaande uit vlees in stroganof saus met rijst en een garnering van groente. Op verzoek krijgt Yoeri een vegetarische pasta schotel voorgezet. Alles is prima te eten. Het loopt allemaal vlot door en het dessert (een wat onduidelijke chocolade mouse waarbij de chocolade wel in de buurt is geweest) wordt ook snel opgediend. Niet zo snel dat je niet rustig kunt eten maar wel weer vlot genoeg om ook weer niet eindeloos te hoeven wachten. Het is natuurlijk geen “Haute cuisine” maar dat hadden we ook niet verwacht. Gewoon lekker eten, dat is ook meer dan genoeg. We sluiten af met een kopje koffie.

Uitzicht op de gletsjer
Iedere morgen bij het ontbijt ligt de ”Morgenpost” op tafel. Een A4-papier met het weer voor de komende dag en het keuzemenu voor de avond. Als je dan rustig zit te ontbijten, waarbij we volop keuze hebben door middel van een ontbijt-buffet, komt iemand van de bediening langst om de keuze voor de avond op te nemen. Soep en een salade-buffet kan door iedereen vrij gebruikt worden. Geen borden vol stouwen aan een buffet maar mooi opgemaakt op een bord. Niet overdadig veel maar gewoon genoeg. Hier geen Turkse “All Inclusive”- toestanden waarbij iedereen zijn bord vol laadt en dan de helft laat staan. Gelukkig niet. Lekker eten in een gemoedelijke sfeer.

zondag 28 augustus 2011

Zomervakantie 2011, het begin


Even de benen strekken

3:30, allemachtig vroeg maar van rustig slapen komt toch niets. De auto staat al gepakt onder de karpoort van de buren klaar. Kleren aan, heet water in de thermosflessen en we kunnen op weg naar onze eerste vakantie bestemming van 2011: Oostenrijk. De eerste vakantiedag begint, het zal een lange dag worden.

De eerste 2½ uur verlopen soepel. Het blijft nog best lang donker. Af en toe moeten de ruitenwissers van onze gehuurde Citroen Grand Picasso, lekker veel ruimte, ook nog aan het werk. Ook de volgende 2½  gaan zonder al te veel oponthoud. Hier en daar wat wegwerkzaamheden maar het is nog rustig op de weg. De tweede stop is net voorbij Heidelberg, we zijn dan al ruim 475 kilometer op weg. We verlaten de rechter Rijnoever en slaan links af richting Ulm. Daar rijdt het allemaal iets minder goed door. Er zijn zelfs momenten dat we helemaal stil staan. Dan weer een stukje vooruit en weer stilsstaan. Opschieten doet het niet meer. Als we voorbij Ulm richting Oostenrijk afbuigen lijkt het even beter te gaan. Maar voor de grens bij Füssen staan we echt stil. Het is inmiddels goed zonnig geworden en de thermometer wijst 25 graden aan. Motor uit, even in de file de benen strekken, het is toch een hele zit. We kunnen weer een stukje verder maar dan kan de moter weer uit. De grens ligt in een tunnel en die is maar eenbaans, dat is een heel gerits. Ruim een uur later zijn we eindelijk door de tunnel maar ook dan kunnen we nog niet lekker doorrijden. Het landschap is wel schitterend. We rijden niet voor niets al direct in Tirol.

De eerste bergen
Nadat we de Lermoostunnel (842 kilometer van Zwolle vandaan) hebben gepasseerd slaat veel verkeer links af richting Innsbruck. We gaan rechtsaf waardoor het een stuk rustiger wordt. We slingeren ons door verschillende dorpen en mooie dallen. Bij Landeck, Annemiek heeft hier in haar jeugd een paar vakanties doorgebracht, gaan we naar Prutz. In Prutz gaan we het Kaunertal in. Onze eindbestemming ligt in dit dal: het gehucht Grasse, behorende bij het dorp Feichten. In Grasse staat ons hotel voor de eerste vakantieweek.

Er zullen nog veel foto's gemaakt worden.
Naar ruim 12 uur en 10 minuten zijn we 909 kilometer van Zwolle vandaan en zetten we de motor uit. We zijn er! Het was al met al toch weer een hele reis, maar het uitzicht op de bergen maakt veel, zo niet alles goed. We ademen de warme berglucht in en gaan ons melden bij de receptie van het hotel Tia Monte.

maandag 1 augustus 2011

Tijd van komen en een tijd van gaan.

Er is een tijd van komen. En er is een tijd van gaan. Helaas is nu de tijd gekomen dat we gaan. Na een eenvoudig ontbijt in het witte huis met alleen de gasten van dit huis, staan we allemaal om kwart voor acht om de parkeerplaats klaar om te vertrekken. De koffers worden ingeladen en de bestemming vliegveld wordt in de navigatie ingevoerd. Arie heeft gisteren al verteld waar de huurauto’s (met een volle tank!) ingeleverd moeten worden.

De rit naar het vliegveld, inclusief (niet onbelangrijk) een tankbeurt, verloopt soepel. Alleen bij Faro lijkt zich iets van een soort van ochtendspits te ontwikkelen. Maar meer dan een rijtje auto’s voor een verkeerslicht wordt het niet. We zetten eerst de passagiers af bij de vertrekhal en brengen de bus terug. Alles gaat goed. We lopen naar de vertrekhal en gaan eerst in de verkeerde rij voor het inchecken staan. Wim, inmiddels een ervaren Portugal-ganger, ziet het echter op tijd dat we niet goed staan. Aan de andere kant van de vertrekhal is de balie waar wij moeten zijn. De rij daar is ook veel korter.

Bij Natalie en Dinja is wat onrust ontstaan. Hans en Gideon hebben de huurauto zonder af te tanken bij de autoverhuur ingeleverd.  En dat vinden de Portugese dames niet goed. Ze krijgen de keuze: € 33,= boete betalen of alsnog tanken. Het tankstation is dichtbij dus besluiten ze terug te rijden om te tanken. Ter ondersteuning gaat Gert nog even mee. Het tanken is zo gebeurd, alleen het betalen verloopt minder soepel dan verwacht. Ondertussen begint Natalie het bij de incheckbalie een beetje Portugees benauwd te krijgen. De meneer aan de incheckbalie maakt aanstalten om te vertrekken. Met de nodige vertraging lukt het alsnog de benzine te betalen en de auto in te leveren. En daar wordt rustig de papieren in orde gemaakt. Vooral niet een beetje door werken. Rennen!!....Te laat! Zonder enig gevoel van klantvriendelijkheid gooit de baliemedewerker de balie dicht en verdwijnt. Twee verbouwereerde dames achterlaten. Terwijl in de verte de mannen aangerend komen.

Wij staan met de meesten van de groep inmiddels bij de gate en hebben wat gehoord dat het beneden niet helemaal goed gaat. Gelukkig zien we dan toch de bezwete hoofden van Hans, Gideon en Gert aan de gate verschijnen. Gidoen heeft een groot deel van zijn shampoo collectie voor de veiligheidscheck moeten weggooien. Hans heeft een groter probleem. Bij de gate aangekomen heeft hij twee tassen. En dat is één teveel. De grootste tas, die normaal gesproken (gratis) ingecheckt had moeten worden, moet alsnog in het ruim van het vliegveld. En dat kost u dan € 35,=, direct afrekenen graag. Bij verschillende collega’s wordt geld verzameld omdat pinnen niet kan. Uiteindelijk loopt Hans met twee tassen naar het vliegtuig en kan hij onderaan de trap één tas inleveren bij een Portugees vliegtuigbelader en kan ook voor hem de terugreis beginnen.
Oosterschelde met Markiezaatsmeer (net onder de vleugel)

Een nieuwe klant?
De terugreis volgt dezelfde route als de heenreis alleen dan andersom. Bij Zundert vliegen we Nederland binnen, we draaien boven vliegveld Seppe naar rechts en vliegen op Eindhoven aan. We herkennen de A50 met afslag st. Oedenrode. In de verte zien we een grote loods van een TSD-klant. Drie uur na het vertrek om 10 uur landen we weer op vaderlandse bodem. Het was een TOP weekend waar nog lang over nagepraat zal worden.