zondag 12 augustus 2018

Wat ons is opgevallen



In negen dagen krijg je natuurlijk maar een heel beperkt inzicht in een land en zijn bewoners. Zeker als je dan ook nog op een plaats bent waarbij alle bewoners op een of andere manier iets met toerisme te maken hebben. Dan is de gewone man (of vrouw) ver te zoeken. Maar desondanks zijn ons wel een paar dingen opgevallen, die ik in deze laatste blog van deze serie met jullie wil delen. Doe er je voordeel mee als je ooit een keer op Kos belandt.
  • hitte-protocollen kennen ze hier niet. Niets geen code geel of oranje. Gewoon je gemak houden op het warmst van de dag. Dat wij, samen met vele andere toeristen, als een stel malloten door het stadje lopen terwijl de meeste Grieken ‘siësta’ houden daar kijkt de Griek al niet meer van op.
  • De natuur lijkt wel moe en futloos te zijn van de lange periode van droogte. Af en toe wordt er wel gesproeid maar de meeste natuur is dor. Zelfs de bladeren van de palmbomen hangen slap.
  • Het is een rotzooi buiten de stad. In de stad zelf wordt veel schoongemaakt. Kom je echter buiten de stad dan lijkt de Griek zijn land als een grote prullenbak te gebruiken. Ik dacht dat ik in Oeganda wel een beetje het dieptepunt had gezien maar de Grieken doen hard hun best om Oeganda bij te houden. Ik begrijp dat het land nog steeds in een crisis zit maar wat heeft een crisis te maken met het feit dat je overal waar je rijdt of loopt (dat zie je hier zelden) ligt rotzooi. Plastic flesjes, zakjes en alles wat ze niet meer nodig hebben lijkt achteloos ergens neergegooid te worden. Samen met de droogte geeft dit een niet al te fraai beeld van het eiland. In iedere winkel waar je iets koopt wordt alles in een plastic tasje gedaan. De bakker waar ik ‘s ochtends een brood kocht was gewoon verbaasd dat ik een eigen tas bij me had. Het zijn wel flut tasjes net zoals je in Nederland op de markt kunt krijgen, maar toch. Het helpt niet echt mee om een schoner eiland te krijgen.
  • Aan de ander kant is het water rondom Kos behoorlijk helder en spoelt er nagenoeg geen rotzooi aan. Ook de stranden bij de paviljoens zijn keurig schoon, er is dus wel een soort besef dat troep niet goed is. Niet voor het milieu maar ook niet voor de eigen portemonnee.
  • De Griek is vriendelijk en behandelt je echt als een gast. Ze proberen het je naar je zin te maken, te overtuigen om bij hun aan tafel (in een restaurant natuurlijk) te komen eten zonder dat ze hierbij opdringerig zijn.
  • Gebruikt wc-papier spoel je hier niet door het toilet. Na gebruik wordt dit in een pedaalemmertje gegooid. Het rioleringssysteem is niet gebouwd om naast menselijke afvalproducten ook papier te verwerken.
  • In folders wordt Kos als een eiland neergezet waar je goed kunt fietsen. In Kos-stad struikel je over de fiets-, scooters-, en buggyverhuur dus aan vervoersmiddelen geen gebrek, wel aan fatsoenlijke fietspaden. Er ligt wel een paar kilometer rood asfalt in de stad zelf maar die sluiten niet op elkaar aan. Fiets je op het ene moment op een fietspad, gaat dit op eens over op een stoep. 100 meter verder gaat het rode asfalt dan weer verder. Eenmaal buiten de stad zijn er helemaal geen fietspaden te bekennen en moet je je mengen in voorbij racende auto’s en touringcars.
  • De gemiddelde Griek is een iets wat impulsieve verkeersdeelnemer die het niet al te nauw neemt met regels. Probeer je bij een zebrapad veilig over te steken dan moet je wachten tot er een toerist in een huurauto langs komt. Die stoppen meestal wel, een Griek stopt bij een zebrapad niet. 
  • Verkeer op een rotonde moet verkeer wat de rotonde op wil rijden voorrang geven. Raar maar waar.
  • Ook een opmerkelijk punt, al kan de Griek daar zelf niets aan doen, is dat je een fietspad vaak moet delen met onnozele lopende toeristen die het begrip Fietspad helemaal niet kennen. En dus ook geen benul hebben dat ze in de weg lopen. Regelmatig moeten we de fietsbel gebruiken om ze aan de kant te jagen, hetgeen menig hartverzakkingtje bij die onnozelaars veroorzaakt.
  • Als je zonder benzine komt te staan ben je een sukkel. Op de weg van het vliegveld naar de stad ( ongeveer 30 km.) zijn we zeker 30 tankstations tegen gekomen. En misschien zijn het er zelfs wel meer.
  • Het vliegveld van Kos niet gebouwd is op grote massa’s reizigers. Vanuit de bus die ons bij de vertrekhal afzet is het eigenlijk een grote rij wachtende mensen totdat we in het vliegtuig zitten.
Ondanks deze hier en daar wat kritisch noten is Griekenland een heerlijk land om vakantie te vieren. Zon, zee, lekker eten, leuke mensen en hier en daar wat cultuur: het is er allemaal te vinden. Ik sluit niet uit dat we nog eens in Griekenland terecht komen. Niet op Kos maar er blijven nog 2999 andere eilanden in de Griekse archipel over om te bezoeken, de keuze is dus reuze!

Met deze blog sluit ik deze serie af. Dank voor jullie belangstelling en tot ooit.






woensdag 8 augustus 2018

Wat is hier nu interessant aan?


In de keiharde onderhandelingen die ik gevoerd heb over de invulling van deze vakantie is het mij gelukt om naast zon, zee en strand (Annemiek haar “eisen”) ook een paar culturele momenten (mijn "wensen") in te plannen. Geen urenlange wandelingen door de stad, gewoon even in een paar uurtjes langs de culturele hoogtepunten wandelen.

We zijn allemaal redelijk op tijd wakker waardoor het nog niet te warm is om een eigen bedachte route door Kos-stad te lopen waarbij we zo’n beetje alles wat enigszins het bekijken waard is kunnen zien. En nee, bloglezeressen winkels vallen wat mij betreft niet in deze categorie.

We beginnen onze wandeling bij een verzameling stenen waarin je met een beetje goede wil een tempel zou kunnen zien. In deze Romeinse tempel, daterend uit de tijd dat Griekenland onderdeel uitmaakte van het grote Romeinse Rijk nu ruim 2100 jaar geleden, zijn de restanten van het altaar van Dionysos te herkennen. Voorwaarde is dan wel dat je moet weten waar je naar moet kijken. Ondanks het informatieblad weten we dat niet waardoor we eigenlijk geen idee hebben waar we naar staan te kijken.

Roman Odeon


Veel duidelijker wordt het als we bij het Odeon komen. Daar hebben we niet veel fantasie voor nodig om te begrijpen dat de Romeinen dit als theater gebruikte. We begrijpen nu ook meteen waaraan het oude theater in Zwolle zijn naam te danken heeft. Onder de tribune zoekt een kleine kolonie vleermuizen verkoeling.

De aardbeving van verleden jaar heeft overal in de stad duidelijk zijn sporen achtergelaten zo ook bij een klein kerkje bij het kerkhof. Met grote stalen tyrips wordt het gebouwtje bij elkaar gehouden. Geld om het te restaureren is er waarschijnlijk niet. De nabestaanden van overledenen hebben wel veel aandacht voor de graven. Het is omdat je weet dat je op een kerkhof loopt anders zou je met al die kleurige (nep) bloemen denken dat er een feestje is.

Na de relatieve rust en koelte van het kerkhof gaan we de binnenstad in. We wandelen op ons gemak over wat men hier simpelweg de westelijke opgravingen noemt. Naast grote brokken steen waarbij we ook nu weer geen idee hebben wat het ooit het voorgesteld is de Via Cardo wel heel herkenbaar. Onvoorstelbaar dat hier vijf eeuw geleden al mensen overheen liepen. Onder een aantal afdaken zijn mozaïeken beschermd tegen weersinvloeden. Een pubertje die verveeld achter pa en ma aan sjokt vraagt zich hardop af wat er allemaal zo interessant aan deze oude zooi is. We laten het cultuurbarbaartje voor wat het is en gaan met een trappetje omhoog de stad verder in.


Via Cardo






We brengen de vochthuishouding in onszelf weer op orde en dwalen wat door smalle straatjes. Het is hier het walhalla voor de vrouw: winkeltjes vol snuisterijen en kleding. Het is niet te vermijden dat er een aantal door Annemiek bezocht worden. Ik ben de rotst niet dus hobbel ik belangstellend mee.

Middenin dit winkel- en eettenten gebied staat op een verhoging de Ag. Paraskevi, een Grieks-orthodoxe kerk. Ook hier is heeft de aardbeving de muren een craquelé uiterlijk gegeven. Helaas kunnen we niet naar binnen, behalve dat het daar waarschijnlijk wel koel is heb ik nog nooit een orthodoxe kerk van binnen gezien. Daar komt dus ook nu geen verandering in.




Via een groot plein komen we bij de Gazi Hassan moskee. Dit gebouw is door de aardbeving van vorig jaar één grote bouwval geworden. De grote kenmerkende koepel ligt naast de minaret. De koepel heeft maar net een oude Platanus orientalis gemist. Men zegt dat onder deze boom Hippocrates 2300 jaar geleden zijn leerlingen onderwees in de geneeskunde. Het is de boom aan te zien dat hij zo oud is. Een steigerconstructie houdt de boom als een soort rollator omhoog.




De laatste bezienswaardigheid is het middeleeuwse kasteel waar we ook niet in kunnen. Het fragiele kasteel is ook weer door de aardbeving te instabiel geworden om het nog open te kunnen stellen voor publiek. We wandelen aan de buitenkant langst.


We hebben dan wel genoeg cultuur opgesnoven, tijd voor verkoeling. Op naar het strand!


woensdag 1 augustus 2018

Lodewijk versus Poseidon II


Terug bij het haventje staat al een bus klaar, de buschauffeur zijn we eerder als bemanningslid op de veerboot tegen gekomen, om ons naar de hoofdattractie van het eiland te brengen: een vulkaankrater. Zoals gezegd is het eiland Nisyros ontstaan door een vulkanische activiteit van de aarde. De oudste geregistreerde eruptie van deze Stephanos vulkaan stamt uit 1500 nog wat en de laatste keer dat Stephanos gloeiend hete lava naar buiten braakte was in 1873. Deze laatste eruptie heeft de krater zoals deze nu te bezoeken is, gevormd.


Maar Willem wist ons een veel leuke verhaal over het ontstaan van Nisyros te vertellen. Een verhaal uit de Griekse mythologie waar bij goden en reuzen de hoofdrol spelen. De Griekse goden, aangevoerd door oppergod Zeus, hebben ruzie met de Giganten. Poseidon, broer van Zeus en in de Romeinse mythologie bekend als Neptunus, heeft het aan de drietand met een van de reuzen, Polyvotis genaamd. Hij gooit zijn drietand maar mist Polyvotis. Er breekt door deze worp een stuk van het eiland Kos af.
Deze rotsblok gooit Poseidon naar Polyvotis en Polyvotis raakt onder dit blok beklemd. Het rotsblok is nuchter eiland Nisyros En daar ligt Polyvotis nog steeds. Als de vulkaan weer een keer actief is dan is het gewoon Polyvotis die een sjagrijnige dag heeft. En die rotte eieren zwavellucht? Gevalletje slechte adem.



Met de bus rijden we het stadje uit en komen we langs een andere nieuwe attractie: een benzinestation waar men €2,05 voor litertje Euro95 durft te vragen. Terwijl op Kos de gemiddelde prijs €1,80 is. Voor de 1000 bewoners van Nisyros is 2,05 nagenoeg onbetaalbaar. Wij slingeren een kwartiertje omhoog naar de rand van de krater om vervolgens in een kwartier beneden aan de rand van een gigantisch gat, de krater bodem (30 meter diep, 300 meter breed) te staan. Samen met vele anderen bewonderen en verwonderen we ons over dit natuurfenomeen. Indrukwekkend!


We zien en horen (gelijk de geiser thuis die brand als iemand doucht) zelfs een paar kleine stoom geisers. Behalve dat we de zwavel ruiken zien we veel zwavelkristallen.




de twee stipjes zijn Olaf en Frank



als je goed kijkt zie je bij de 'postbus' wat stoom omhoog komen

Na een uurtje in deze braadpan is de bus heerlijk koel en gaan we terug naar de veerboot. “All on board” en we zien overal om ons heen mensen knikkebollen, we doen gezellig mee. Alle indrukken en de warmte maakt slaperig. Terug op het vasteland van Kos weer in de bus en dan terug in het hotel. Het was letterlijk een bloedhete maar o zo mooie en indrukwekkende dag. Weer een hoogtepunt voor deze vakantie.

en opeens is bijna iedereen weer weg
Bij het appartement wacht een verkoelende plas water beter bekend als zwembad, met open armen op ons. Plons, sis, aha, dit is lekker!!

Het is niet altijd hosanna

Als je zo alle blogs over deze vakantie leest dan zou je de conclusie kunnen trekken dat we het bijzonder ernstig naar ons zin hebben (gehad). En dat is dan ook de enige juiste conclusie. Maar was het dan alleen maar hosanna en halleluja? Nee, laat ik hier dan ook een iets minder geweldige ervaring met jullie delen en die ervaring heet Tigaki.

Van een aantal mensen waaronder de appartementen-eigenaar hebben te horen gekregen dat het een leuke badplaats is waar je makkelijk naar toe kunt fietsen. Ook Annemiek heeft het bij haar vorige bezoek als leuk ervaren dus waarom deze keer dan ook niet. Dus vol goede moed stappen we op onze te kleine huurfietsjes, handdoekje mee, flesjes water en wat eten in een tas en gaan met die banaan.


Vanuit de stad volgen we eerst de kust en komen aan de rand van de stad langs grote resorts waar de zwembaden vol liggen met gasten. Langs de kustweg, apart fietspad, ook allemaal hotels en appartementencomplexen. Je kunt hier zo vanaf je hotel de weg oversteken en je staat op een smal zandstrand. Hier geen parasols of ligbedjes en dus ook nagenoeg geen mensen. Net voorbij het plaatsje Lampi moeten we het fietspad langs de zee verlaten en gaan een stukje binnenland in. De weg wordt wat slechter en het landschap dor en droog.









Een nieuwe klant voor TSD?

We zijn blij met de wind die we iets tegen hebben, het geeft wat frisheid in dit warme binnenland. Je merkt meteen dat de verkoelende invloed van de zee hier een stuk minder is. Na een kilometer of 2 buigt de weg weer af richting kust en volgen we de kustlijn weer. Hier is de weg iets verder van de zee gelegen. Er ligt een soort duingebied met hele lage duintjes tussen de weg en het vrijwel verlaten strand. In dit stukje natuur staan wat leuke bloemetjes te bloeien.








Hoe dichter we bij de badplaats Tigaki komen, hoe breder het strand. Deze bredere stranden zijn allemaal vol gezet met parasols en ligbedden. Het grote verschil met Kos-stad is dat je hier moet betalen. 5 euro voor een dag is geen wereld bedrag maar in de stad is het gratis.

Na drie kwartier fietsen staan we in het ‘centrum’ van deze badplaats. Het is hier helemaal gericht op de toerist en zijn portemonnee. Al zijn ligbedden op het strand redelijk gevuld missen we iets, het leeft niet zo. Het lijkt hier net zo dor en uitgeblust als het binnenland waar we net doorheen gefietst zijn. We parkeren de fietsen en lopen even rond met de vraag: willen we hier op het strand gaan liggen? We zijn natuurlijk hartstikke verwend op onze ‘vaste plek’ bij Baltic Beach. We kijken elkaar eens aan en lopen eigenlijk zonder discussie weer terug naar de fietsen. Dit gaat hem niet worden, we gaan gewoon weer terug naar de drukte en reuring van de stad.



Het was een leuke fietstocht van 2½ uur en we hebben wat van het binnenland van Kos gezien.
Pring pring Baltic Beach, daar zijn we weer.