"Waar denken jullie aan als je aan een kasteel denkt?". Deze vraag stelde ik aan mijn reisgenoten. Het leverde de volgende lijst met kenmerken op: slotgracht, wachttorens, poort, binnenplaats, rijkdom en vergane glorie. Laat Wales nu reclame maken dat het meer dan 600 kastelen beschikbaar heeft dus moet er wel één bij zijn die past in deze lijst. Op basis van een plaatje in een folder en de afstand kiezen we voor Castle Caerphilly in het gelijknamige stadje.
Over het stadje Caerphilly kan ik kort zijn: de reis niet waard ook al is Tommy Cooper er geboren.
Maar het kasteel wat midden in de stad ligt is de reis zeer zeker wel waard. Het kasteel heeft alle kenmerken waaraan, volgens de familie Rommens, een goed kasteel moet voldoen.
Allereerst de slotgracht: dit kasteel heeft er zelf (een soort van) twee. Om het gehele kasteel staat water, op de meeste plaatsen veel breder dan een standaard slotgracht. Aan de zijde van de hoofdingang staat over de gehele lengte nog een lange brede muur. En tussen deze muur en de stad loopt ook nog water. Door al dit water is het gehele kasteelcomplex 12 ha groot. Hierdoor is het meteen het grootste kasteel van Wales.
Wachttorens: vier stuks waarbij één toren Pisa-neigingen heeft. Het omvallen wordt dapper door stoere mannen voorkomen.
Binnenplaats: met een beetje verbeelding hoor je de paarden hinniken, de harnassen rammelen en de minstreel een soort van muziek maken.
Rijkdom: dit gaat samen met de vergane glorie, met andere woorden er is, op één grote eetzaal na, niet veel meer van terug te vinden. Maar met de nodige fantasie hebben we wel het idee dat hier geen arme sloeber gewoond heeft.
We geloven niet in: "You see one, you see them all", dus mogelijk pakken we ergens anders in de beurt nog wel een kasteeltje mee.