Na het ontbijt vertrekken we met een groep van 10 mensen voor een tocht door de heuvels direct naast de villa’s. Wim heeft in het vorige weekend de wandeling ook gemaakt, dus gaan wij in ganzenpas achter hem aan.
Christusroos |
Het startpunt is het pleintje voor het witte huis. Via de tuin gaan we heuvel af richting het stroompje dat onderin het dal hoorbaar is. Er is geen tijd om de spieren op te warmen, het gaat direct steil naar beneden en moet je goed opletten waar je je voeten neerzet. Zeker omdat dit deel van de afdaling door de tuin gaat en die is vannacht besproeid. Het padje is nat en glibberig. Als je uitglijd ben je wel eerder beneden maar dat is waarschijnlijk een pijnlijke ervaring. Aan de rand van de tuin komen we op een breder pad(breed genoeg voor een auto) en kunnen we iets makkelijker lopen. We steken via een brug het stroompje over. Hierna gaat het pad weer omhoog. We passeren nog een huis. Het pad stijgt snel en we worden, gescheiden door een hek, een stuk begeleidt door blaffende honden. Verder is het ook hier weer stil. Het uitzicht is al mooi maar we gaan verder omhoog. Hoe hoger we komen, hoe mooier het uitzicht wordt. Omdat het nog vroeg in het jaar is, is alles nog niet verdroogd door de zon. Alle planten zijn frisgroen en staan volop in bloei. Er staan niet veel bomen op deze heuvels, de hellingen staan vol met Christusroos (Cistus x cyprius). De grote witte bloemen geven de hellingen een witte gloed. Behalve de Christusroos komen we ook Franse Lavendel (Lavendula peduculata subsp. Penduculata) cactussen en tal van andere bloeiende planten tegen.
Links de witte villa, rechts de rode villa |
Het pad blijft omhoog gaan. Bij ieder haarspeldbocht hebben we weer een ander uitzicht over de Serra de Monchique. Stilstaand in een van deze bochten hebben we mooi zicht op beide huizen. Een aantal collega’s op het terras van het witte huis zien ons ook staan. Even zwaaien en weer verder omhoog. De hoogste punt is nog niet bereikt. We ronden nog een paarbochten en staan opeens aan de andere kant van de heuvel. Echt boven op de heuvel komen we niet.
Vanaf de andere kant van de heuvel hebben we natuurlijk een heel ander, ook schitterend, uitzicht. Het is te heiig om heel ver te kunnen kijken maar de Atlantische oceaan is toch te zien. Portimao en Lagos zijn langst de kust te onderscheiden. De begroeiing aan deze kant van de heuvel is ook anders. Er staan vreemde bomen waarbij het onderste deel van de boom andere bladeren heeft dan bovenin. Zelf onze huis-botanicus Hans Gageler weet even de boom niet te plaatsen. Na overleg met Janie (ook al botanisch geschoold) komen ze tot de conclusie: dit zijn Eucalyptus bomen (Eucalyptus viminalis). Maar koala’s zien we helaas niet. De wandeling gaat verder over het pad. We lopen vol in de zon, in de luwte zodat het behoorlijk aan de temperatuur komt. Als we weer een paar bochten om zijn vangen we meer wind, hetgeen een aangename verkoeling geeft.
geen pad, meer een uitgesleten geul waar jaren lang regenwater zijn weg naar beneden heeft gezocht. Voorzichtig begeven we ons naar beneden. Onderaan het pad komen we op het vlakke deel van het dal. We lopen weer langst het stroompje. Aan de oever van dit stroompje zien we kleine akkertjes en boomgaarden. De bomen hangen al vol met sinaasappels. We volgen de stroom stroomopwaarts om uiteindelijk weer bij de brug terecht te komen. Dezelfde brug vlak bij de tuin van de villa’s. Het laatste stuk is steil omhoog door de tuin. Na anderhalf uur zijn we terug bij het begin.
De koffie staat klaar, plannen voor de middag kunnen gemaakt worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten