vrijdag 14 september 2012

Chateau et Troglodyte



Bij ons in Nederland is de Loire-streek vooral bekend van de vele kastelen. Uiteraard is dat ook voor ons een van de redenen geweest om hier een week vakantie te plannen. Via boeken, internet en mensen die het Loire dal al hebben bezocht zijn we er achter gekomen dat de keuze enorm is. In straal van ruim 80 kilometer van de camping zijn er meer dan 50 te vinden. En dan moet je keuzes maken. Onze eerste keuze is gevallen op een kasteel in Villandry.

Misschien niet direct de meest slimme keuze. Door buren zijn we gewaarschuwd dat na een bezoek aan dit kasteel ieder ander kasteel in het niet valt. Vooral de tuinen moeten geweldig zijn. En gelijk hebben ze gehad. Althans wat het tweede betreft: de tuinen en het kasteel zijn werkelijk betoverend mooi. Of hierdoor alle overige kastelen die we mogelijk deze week nog bezoeken daardoor in het niet vallen kunnen we pas later beoordelen.

We beginnen binnen: oorspronkelijk is het kasteel in 1536 gebouwd door  Jean Le Breton, minister van Financiën onder Francois I. Na een aantal eeuwen kwam het kasteel en de tuin in handen van de Markies van Castellane die de tuin veranderde in een Engelse tuin. In 1906 koopt Joachim Carvallo  het kasteel. Deze Spanjaard heeft voldoende financiële middelen (hij is onder andere winnaar van de Nobelprijs voor Geneeskunde van 1931) om het kasteel en de tuinen te restaureren. Vooral de tuinen krijgen veel aandacht. Ze worden weer teruggebracht naar de oorspronkelijke Renaissance-stijl. Tijdens de rondgang door het kasteel, waar het bijna lijkt of de bewoners er nog gewoon wonen, hebben we vaak prachtig uitzicht op de tuinen. 
De vergelijking met Versailles laat zich makkelijk maken. Kleiner maar net zo mooi en uitbundig in kleur en planten gebruik. Wat getallen: 52 kilometer strak gesnoeide Buxus hagen, 1015 linden, 115000 bloemen en groente planten waarvan zeker de helft zelf gekweekt is. Het kasteel is mooi maar de tuinen maken dit bezoek meer dan de moeite waard.


Het contrast tussen de ochtend en de middag kan haast niet groter zijn. Zijn we vanmorgen op bezoek geweest bij de hogere klasse, vanmiddag zakken we diep af. Zo diep dat we zelf onder de grond uitkomen. We hebben namelijk de Troglodyte van Rochemenier, 30 kilometer ten Westen van de camping, bezocht. Een troglodyte is een grotwoning uitgehakt in het kalksteen. Rond Rochemenier zijn meer dan 250 van deze, door mensen gegraven grotten te vinden. Vanaf het begin van de 13 eeuw tot begin 1900 werd er gewoond en gewerkt vanuit deze woningen.

De bewoners waren veelal boeren, die het uitgegraven kalksteen gebruikte om de landbouwgronden mee te neutraliseren. De kalk hielp bij het verlagen van de zuurgraad. Behalve voor de bemesting werd de uitgegraven kalsteen ook gebruikt voor woningbouw voor de ‘rijke’ bewoners van de streek. De grotten werden gemaakt omdat het goedkoper was om te graven dan te bouwen, de grotten ongeveer een constante temperatuur hebben en de kans op brand was minimaal. Het complex wat we vanmiddag bezoeken is sinds 1967 in handen van de gemeente. In totaal kunnen twee boerderijen bezocht worden met in totaal 20 ruimtes. Opvallend aan alle ruimtes is de beperkte hoogte. Vooral de deuren zijn er laag. Niet bukken betekend een zeer hoofd. Een vragenlijst (in het Nederlands) maakt het ook voor Olaf interessant. Grappig is dat de portier de antwoorden van Olaf behoorlijk goed kon lezen. Hij kon zelf een beetje Nederlands. Olaf ontving na afloop een ‘echt’ diploma en een poster.




Het was vandaag een dag van twee uitersten. Samen met prachtige weer een meer dan geslaagde dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten