De ochtend van zondag 10 april begint net zo relaxed als die van de zaterdag. We hebben de wekker er niet speciaal voor gezet maar ik ben toch blij dat ik redelijk vroeg wakker ben. Vanuit een terrasstoel de zon op zien komen boven de Serra de Monchique is een aparte ervaring die we in Zwolle-Zuid niet vaak (eigenlijk nooit) mee maken. Om half 9 is het al behoorlijk druk aan het ontbijt in het rode huis. Een aantal mensen heeft zijn best weer gedaan om een Continental Breakfast klaar te maken. Boven de heuvel zweven wat wolken voorbij maar de rest van de lucht is strak blauw met een lichte bries uit het noorden. Iedereen geniet.
Nou ja, niet iedereen. Een niet verder bij naam te noemen collega vindt zoveel zon allemaal veel te warm. En hij kan het beeld op zijn meegebrachte laptop niet zien. Gelukkig beidt het terrasje aan de achterkant van het huis uitkomst. Maar in de schaduw is het toch weer fris. Dan bel je dus even de collega die nog op het terras aan de voorkant zit. “Kun je me trui even brengen”. En de gebelde collega hobbelt met trui naar achter. Onze lieve heer heeft vreemde kostgangers. En dit zijn twee mooie voorbeelden.
Het plan voor vandaag heeft gisteren tijdens de borrel al behoorlijk vorm gekregen. Een wandeling rondom de berg Foia. Daarna klif kijken bij Aljezure en om 5 uur in Lagos voor de boottocht. Een leuk gevarieerd programma, wat echter heel anders uitpakt dan gepland.
Om 10 uur laden we de bus vol met nagenoeg de zelfde groep wandelaars als gisteren. Alleen Joke en Chris gaan niet mee. Deuren dicht en in de navigatie de bestemming “Berg” in typen. Via het gehucht Caldas de Monchique leidt de navigatie ons door de nauwe straatjes van Monchique. Op het dorpsplein, inclusief fontein, draaien we links en gaan steil de berg op. De weg slingert zich het dorp uit, de berg op. Tussen de bomen door zien we in de verte de oceaan. De weg draait naar de andere kant van de berg wat ook weer een mooi uitzicht geeft over het binnenland van de Algarve. Na 8 kilometer klimmen, komen we boven op de top van de berg Foia. Deze berg is 902 meter hoog en heeft bovenop een groot plateau. Er staan een aantal zendmasten en een restaurant. Verder is het kaal en heeft de wind er vrij spel.
We parkeren de auto en genieten van het weidse uitzicht. De rugzakken gaan op de rug en de kaart met wandelroute wordt erbij gepakt. Op de kaart (niet al te gedetailleerd) staat als beginpunt een dikke rode stip boven op de berg. Waar precies het gemarkeerde pad begint wordt er niet bij verteld. In het restaurant worden we glazig aangekeken als we vragen of zij misschien het beginpunt van de route weten. Dan maar op goed geluk en een beetje aan de hand van de kaart, een kant gekozen. Oostwaarts trekt de groep reizigers. Op weg naar het onbekende.
Na 100 meter zien we een bordje staan met twee strepen boven elkaar. Een witte streep boven met eronder een rode streep. Dat is bekend. In Oostenrijk worden wandelingen in de bergen ook altijd met dit teken aangegeven. Je krijgt neigingen om passanten met een “GrĂ¼ss Gott” te begroeten. We hebben nu misschien dan wel het begin ontdekt maar we hebben de keuze tussen rechts en links af. Aangezien de meerderheid voor rechts is, kiezen we dus maar voor die kant. Het pad gaat meteen behoorlijk naar beneden. Alleen staan we na 200 meter in de achtertuin van een woning. Rechts is dus ook hier niet goed. Terug het steile pad op en dan bij het bordje links af. Dit pad lijkt beter want na een paar 100 meter zien we weer de twee strepen op een rots geschilderd. Dit is dus het pad van de route. We dalen aan de noordkant van de berg. Het uitzicht richting het binnenland is prachtig. Glooiende heuvelruggen, hier en daar een huisje of een weg. Maar vooral veel gras en struiken. De flora is hier wel heel anders dan op de heuvels bij de huizen. We zien weinig activiteiten. Af en toe een vogel maar verder vooral niets. Ooit is hier waarschijnlijk wel meer activiteit geweest want we zien restanten van bebouwing en ook zijn de vormen van aangelegde terrassen nog goed zichtbaar.
"Wilde beesten" |
De grashellingen maken langzaam plaats voor hogere bomen. Ook hier staan gigantisch dikke Eucalyptus bomen. Een meter in diameter en vele meters hoog. Volgens de bescheiden tekst bij de kaart moeten we ongeveer 400 meter dalen en daarna weer 400 meter stijgen. Tot nu toe loopt het pad geleidelijk naar beneden. De wit/rode strepen komen we enige regelmaat tegen. We zitten dus op de juiste route. Met de kaart in de hand is het alleen heel lastig in te schatten waar we op de route zitten. Bij een scherpe bocht ontstaat verwarring. Op een rots aan de linker kant van de weg zien we een wit/rood teken met een hoek erin. Normaal is dit het teken om de hoek om te gaan. Maar direct om de hoek zien we een witte streep met een rode streep er dwars door. Het teken om aan te geven dat je daar niet heen moet. We zouden dus rechtdoor moeten. Van het brede pad een smal bospad op. Een van de wandelaars gaat als verkenner naar voren en komt daar na een paar meter weer een goed wit/rode streep teken tegen. Daar gaan we dus heen.
Een beslissing die op dat moment heel logisch lijkt. Alleen met de kennis van nu hadden we beter toch de bocht om kunnen gaan.
Heb weer met belangstelling je verhaal gelezen...mooi zoals je e.e.a. beschrijft
BeantwoordenVerwijderen